Lieve broeders, zusters en vrienden,
Bent u ook zo benieuwd wat er allemaal gebeurt rondom de familie Hofmann op Madagaskar? Dat komt goed uit want hier is de nieuwsbrief, vers van de pers!
Nog één keer met z’n allen …

De reis voelde vreemd aan. Het was voor Katja bijna twee jaar geleden dat ze in het dorp was geweest en voor Vanya zou dit voorlopig de laatste keer zijn. Daar komen we straks nog even op terug.
Ook hadden we twee feesten in het verschiet. Het eerste feest was onze 28ste trouwdag. Eigenlijk zou dat op 14 augustus zijn maar Katja en Vanya zouden dan al in Nederland zitten. Het tweede feest draaide om Siemen’s 10de verjaardag op 29juli!

De dorpelingen waren weer ontzettend enthousiast om ons weer te zien. Veel van de aandacht ging, terecht, uit naar Katja. Die hadden ze al zo lang niet gezien! Een gebruikelijke groet op Madagaskar is “ino voavoa?”, wat betekent: “is er nog nieuws?” Het antwoord is normaal gesproken zoiets als “nee hoor, geen nieuws, alles is rustig”. Dit keer was het antwoord: “Het nieuws? Vanya’s moeder is er weer!”. Dat was leuk om te horen. Toen ik gekscherend zei dat ik er óók nog was, werd verteld dat ik ‘oud nieuws’ was! De vader van Vanya zagen ze immers regelmatig …

Voor Katja was het ook een fijne tijd. Ze houdt van wandelen en dat kan volop in en rondom ons dorp. De natuur is prachtig! Elke ochtend ging ze even voor een wandelingetje om dan later heerlijk met een kopje thee te genieten van de bezoekjes die ze kreeg. Eén van de bezoekers was endrin’i Tabo. Deze oudere dame heeft zich in de tijd opgeworpen als vriendin van Katja. Als endrin’i Tabo langs komt, gaat het gesprek niet alleen over ziek en zeer, maar wordt er met oprechte interesse gevraagd naar hoe het gaat met Katja en haar familie in Nederland. Endrin’i Tabo is oprecht geïnteresseerd.
Taalbarrière
Dat we het dialect nog steeds niet 100% onder knie hebben blijkt wel uit de volgende gebeurtenis. Vrienden vertelde dat er een man in het ziekenhuis lag die aangevallen was met, of door, een kiso. Het woord kisoa is het officiële Malagasy woord voor varken. Toen er dus over een kiso (zonder ‘a’) werd gesproken dachten wij dat er over een varken gesproken werd. Dat was vreemd want in het dialect noemt men zo’n beest lambo. Dus gingen wij naar het lokale ziekenhuis om het slachtoffer te bezoeken. Het werd een vreemd gesprek. Het woord kiso is namelijk dialect voor vleesmes! Dus terwijl de familie over een aanval met een mes aan het praten was, waren wij aan het praten over een aanval door een varken. Ja, zegt de familie, het mes was in zijn zijde gestoken. “Wat een rotbeest!” was ons antwoord. Later terug in het dorp werd ons onder luid gelach door vrienden uitgelegd dat het om een mesaanval ging. De familie zal wel gedacht hebben dat wij de aanvaller uitmaakte voor varken of zoiets.
De aanvaller
Na wat langer gepraat te hebben, kwamen we tot de ontdekking dat de messentrekker nog steeds vrij rondliep. Hij terroriseerde het bovenste deel van ons dorp. De man ging rond en sloopte alles wat hij zag. Op mijn vraag waarom er niet een groepje sterke man hem ging ophalen kreeg ik als antwoord dat hij een mes had!
Ja duh! Dat begreep ik ook wel, maar toen ik zei dat je met een groepje zo’n man echt wel kon inrekenen, werd het stil. Iedereen was bang!

Hij wilde niet mee, en ook wilde hij zijn wapens niet afgeven. In plaatst daarvan maakte hij aanstalten om mij te slaan, dus sprong de hond er weer tussen. Braaf beest!
Dat leidde de aandacht van mij af richting de hond. Lang verhaal kort, ik besloot dat het beter was om weg te gaan want ik zat niet op een dode hond te wachten. Gelukkig luisterde de hond en kwam met me mee. Die man rende ineens achter ons aan, maar hij stopte zijn achtervolging na een meter of 50—het zal wel een gek schouwspel geweest zijn.
Afijn, niet lang hierna kwamen de twee politieagenten met twee hulp agenten. Die waren niet in de allerbeste stemming omdat het de gehele dag had geregend, en nu moesten ze ook nog te voet naar ons dorp—modderig en nat kwamen ze aan. Terwijl de commandant beneden in de winkel wachtte hebben de andere drie de man opgehaald. Na een paar rake klappen kwam hij bont en blauw en geboeid naar beneden. Het is jammer dat het me niet was gelukt om hem vrijwillig mee naar beneden te krijgen. Het laatste bericht is dat hij nu in de gevangenis zit. Ook al is het zijn eigen schuld, je gunt het niemand om hier opgesloten te worden. In afwachting van de rechtelijke uitspraak kan zo’n verblijf erg lang duren en vaak zonder duidelijk vooruitzicht. Het is triest maar de harde werkelijkheid. Zijn naam is Bobo (spreek uit: boe-boe). Het laat me niet los. Wat zou het mooi zijn als hij genezing mag ontvangen en de Heer als zijn Redder zou leren kennen.
Ach ja, zo maken we nog eens wat mee zullen we maar zeggen.
Vanya & Katja naar Nederland

Het is voor ons allemaal een grote verandering. Vooraf werd er nog wel gegrapt dat het eindelijk rustig zou worden. Maar ja, de dag kwam dat we haar naar het vliegveld moesten brengen. Op de heenweg was het nog een gezellige boel in de auto, de terugweg was dat heel anders. De realiteit kwam binnen. Vanya was nu echt vertrokken en geen van ons had nog zin om even een leuke grap te maken.
We zijn gezegend met goed internet. We spreken elkaar dus regelmatig via WhatsApp. Toch is dat niet hetzelfde als elkaar even zien, even een knuffel. We zijn de Heer dankbaar dat Katja met haar mee kon reizen, want ook voor Vanya is het moeilijk. Samen hebben ze alles, wat geregeld moest worden, aangepakt. Ook zijn ze naar verschillende kerken geweest om te kijken welke goed bij Vanya past. Ook hier mogen we Gods hand weer in zien. De predikant van de Kruiskerk in Diever, Ben van Werven, heeft Vanya opgebeld en aangeboden om haar te helpen zoeken. Hij wilde graag van Vanya horen hoe ze haar konden helpen met ‘landen’ in Nederland. Mooi om te zien dat, ondanks dat we elkaar niet kennen, er overal broeders en zusters zijn die graag helpen.
Midongy & Befotaka
In de nieuwsbrief van juni vertelde we dat ik met Wouter van Holst op een verkenningsmissie naar de zeer afgelegen valleien van Midongy & Befotaka ben geweest. De stammen (Antaisaka & Bara) die daar wonen spreken een iets ander dialect dan dat wat wij spreken. Toch lukte het aardig om het Evangelie uit te leggen. Diverse dorpen hebben aangegeven dat ze graag meer horen over Jezus, de Zoon van God, de Redder van de wereld. In een ander dorpen komen nu groepjes samen om de (gekregen) Bijbel te bestuderen. De mensen zijn hongerig naar het Evangelie.
Mattheüs 9:37-38 - De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.
Wouter wilde graag Malagasy christenen naar deze dorpen wilde sturen om daar een aantal weken de mensen meer te vertellen over het geloof. Hierop heb ik hem met Jonoro in contact gebracht. Jonoro is een Malagasy voorganger die sinds kort ook lid van Africa Inland Mission is. Jonoro en ik hebben al samengewerkt en zodoende kon ik hem makkelijk aan het project van Wouter voorstellen.

Wouter heeft ze zo ver mogelijk weggebracht met zijn auto, maar de meeste groepjes moesten hierna nog 3 dagen te voet verder. Bid voor deze broeders (en naar verluidt ook één zuster). Bid dat dat de Malagasy in de afgelegen gebieden de Here Jezus mogen gaan leren kennen als hun Heer en Redder!
Ander lopende zaken
De tweede groep studenten die 15 juni al naar Maroamboka zou komen staat nog steeds op de rol. Binnenkort hoop ik met Jonoro te vergaderen over een nieuwe datum. Afgelopen weken heb ik weinig tijd overgehouden om hier mee bezig te zijn. Ja, Katja neemt thuis ontzettend veel werk uit handen. Gelukkig helpen de kinderen goed mee, maar het is met bepaalde zaken toch handiger om we samen zijn. Thuisonderwijs, boodschappen, huishouden. Allemaal zaken waar Katja een prima routine in heeft.
Wat ik ook nog wil regelen is dat er een paar dozen met vertalingen (het Lukas Evangelie, het boek Handelingen en de verhalenset) opgestuurd wordt naar Thaddee en zijn groep in Vohipeno. Ook hoop ik meerdere dozen af te leveren in Ikongo en Irondro, beidde Antanala gebied.
Tot slot ben ik ook nog bezig met de vertaling van het boek Genesis. Dat is een hoop werkt omdat het taalgebruik in Genesis heel anders is dan in de Nieuwtestamentische boeken. Hoofdstuk 1 tot en met 6 heb ik gedigitaliseerd en zijn klaar om voor de tweede keer gecontroleerd te worden … Nog maar 44 hoofdstukken te gaan 😆
Tot slot
We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)
We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk. Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning!
Samen met jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed, altijd! En altijd is God goed!
Van harte Gods zegen toegewenst,
Katja & Jurgen
Vanya, Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann.
Gebedspunten
Dankbaar zijn we, omdat:- we een grote en machtige God dienen;
- Vanya begonnen is aan haar studie wiskunde;
- we een mooie tijd als gezin in Maroamboka hebben gehad;
- de dorpen in Midongy en Befotaka bereikt worden.
- onze financiële stand weer op peil komt;
- het vertaalwerk en verspreiding;
- Vanya, dat ze de overgang goed zal maken;
- de plannen om nog een groep naar Maroamboka te laten komen;
- de man, Bobo, die nu in de gevangenis zit.























Een jaar geleden, op een donderdagochtend, vertelde Jurgen de bijbelverhalen aan de koning van Tsiombivohitra. Er was nog een man aanwezig, een oudere man. Zijn naam is iaban’i Roly. Jurgen kende hem niet. De weken daar op was iaban’i Roly verschillende keren aanwezig. Na wat gesprekjes kwam Jurgen er achter dat hij een voorname man uit ons eigen dorp is. Waarom woonde hij dan niet in Maroamboka? Iaban’i Roly liet een nieuw groot huis bouwen (Trano-be) en zolang die nog niet klaar was woonde hij elders.
Het is een interessante afspraak. Niet alleen is iaban’i Roly één van de koningen in Maroamboka, daarnaast is hij ook één van de voornaamste toverdokters in ons gebied. Samen met een ‘collega’ toverdokters trekt hij klanten vanuit de verre omtrek. Er komen zelfs mensen uit de hoofdstad om gebruik te maken van zijn diensten. Ze hopen speciale ‘zegens’ of andere zaken te ontvangen. Zaken, waarin alleen hij kan voorzien. Iaban’i Roly is een gevreesd man onder de Malagasy. Ondanks dat de verhalen zich duidelijk uitlaten over de praktijken van de toverdokters, verwacht Jurgen niet veel problemen. Jurgen komt op uitnodiging van iaban’i Roly. Een uitnodiging die hij niet aan zijn neus voorbij laat gaan.
Naar vrienden hebben we niet hoeven zoeken. We kenden natuurlijk Sylvestre al, die aan AIM een stuk van zijn land heeft afgestaan ten behoeve van ons huis. We eten regelmatig samen. We mochten ook kennismaken met de president van de fokontany, een soort hoge gemeenteambtenaar in het gebied rond Sandrohy, waar Maroamboka onder valt.
Dan is er nog Menja, de plaatselijke onderwijzer. Hij woont op het erf van maman’i Prisca en heeft gezegd dat hij ons graag wil helpen met het vertalen van bijbelverhalen in het Tanala. Met Jurgen heeft hij al één van de dorpjes, waarop we ons richten, bezocht.
Ratten dus. Wat een vernielers! Tot nu toe hebben ze behalve in ons eten de tanden al gezet in zeep, dekens, kussens, kleding, bakvormen, plastic boterkuipjes, speelgoedpijlen, ballen, pittenzakken, boeken en hout. Vanya heeft weliswaar een jong poesje gekregen, maar het jagen op ratten moet ze nog leren. Intussen bouwt Jurgen een rat-vrije kast onder de trap voor ons verse voedsel en zetten we vallen.
De auto wordt langzaam maar zeker toegerust voor de zware omstandigheden waarin we hem gaan gebruiken. Zo hebben we een grote dakdrager laten maken door plaatselijke metaalbewerkers. Het is een enorm gevaarte (2,30 bij 1,20). We zijn er blij mee omdat we op deze manier makkelijk spullen in en uit het gebied kunnen vervoeren.
De nationale wegen lijken soms meer op Nederlandse gatenkaas dan op een weg. Dit maakt het rijden behoorlijk intensief. Jurgen en Issa kwamen ‘s middags in Abohimahasoa aan. Daar hebben ze overnacht om vervolgens de volgende dag het tweede stuk te rijden. Vlakbij Ifanadiana raakte één van de banden lek. Gelukkig was hulp niet ver weg. Jurgen vroeg een agent om hulp en nadat deze zijn AK47 even aan de kant gezet had, hield hij een vrachtwagen staande. De chauffeur heeft toen met een plaatselijk bewoner het reservewiel onder de auto gezet… Het was niet nodig voor Jurgen om zijn handen vies te maken, zo was de mening van de chauffeur. In Ifanadiana is de band gerepareerd voor € 1,70.
De auto is goed te horen en dus stonden de bewoners van Sandrohy al bij de weg te wachten. Er werd enthousiast gejuicht door de kinderen en velen kwamen even de handen schudden. Na even kort bij praten werd de rit vervolgd naar Maroamboka, zo’n vijf kilometer van Sandrohy. Op deze weg werd de auto goed getest. Diepe geulen afgewisseld met keien die de steile paden, van soms 35% en meer, zeer lastig begaanbaar maken.

Het huis staat pal naast een waterbron met schoon water. De druk op deze bron is de meeste tijd van het jaar hoog genoeg om er eventueel een waterleiding op aan te sluiten. Dit laatste gaat de bouwer nog naar kijken. Toen Jurgen en Issa er waren was er al langere tijd geen regen gevallen. Hierdoor stond er niet of nauwelijks druk op de bron. We zullen kijken of we dit kunnen ondervangen door een grote waterton te installeren waarmee we regenwater kunnen opvangen en bewaren. Het huis is gebouwd van hout uit het nabije regenwoud. Het dak is voorzien van golfplaten en de vloer zal van cement worden. De meeste traditionele huizen hebben dat niet wat dan ook tot veel overlast zorgt als het regenseizoen losbarst. We hopen deze of volgende maand met een vriend te gaan kijken naar zonnepanelen en alle bijbehorende elektronica. Zonnepanelen is een luxe die wel meer voorkomt in het gebied. Veel mensen hebben een systeem waarmee ze bijvoorbeeld een telefoon kunnen opladen of een DVD kunnen kijken.
De verwachting is dat Jurgen binnenkort weer naar Maroamboka zal afreizen om diverse spullen, zoals een bed en schoolmaterialen en ander huisraad, te brengen. De bouwer dacht dat we in januari onze intrek wel zouden kunnen doen.
Dit is hem dan: onze Nissan Patrol uit 1999. We hebben lang moeten zoeken naar deze mechanische auto, maar eindelijk is het gelukt. Het is belangrijk dat de auto niet alleen een vierwielaandrijving heeft, maar ook dat hij mechanisch is in plaats van elektronisch. Mechanische auto’s zijn een stuk gemakkelijker te repareren, als het nodig is zelfs provisorisch door een leek. Er is geen boordcomputer die uitgelezen moet worden en met wat eenvoudig gereedschap komen we in geval van nood een heel eind. Voor de liefhebbers: het motorblok is een 4,2 liter diesel, 6 cilinders. Klik op de afbeelding om meer foto’s te zien.








Op dit moment wordt druk gebouwd aan ons huis. We stonden versteld toen we een paar weken geleden hoorden dat het huis al half af zou zijn. We gingen er voorzichtig van uit dat bedoeld werd dat al 50% van de materialen was verzameld, maar nee: onderstaande foto’s laten toch duidelijk zien hoe snel het gaat. We hebben goede hoop dat onze nieuwe stek met ongeveer een maand klaar zal zijn, al gaf de bouwer aan dat ze veel last hebben van de regen. We verwachten dat we in het begin van het nieuwe jaar kunnen verhuizen.
De tekeningen voor het huis mochten we zelf maken en zijn hier en daar aangepast door de bouwer… en later, tijdens de bouw, is het één en ander nog iets meer aangepast. Het grondoppervlak wordt zo’n 40m2. Aan weerszijden van de woning komen op de verdieping 2 kamers: één voor de meisjes en één voor de jongens. De begane grond zal voor een derde deel slaapkamer zijn, het andere deel wordt woonkeuken. Het toilet en de wasgelegenheid komen buiten en voor het huis krijgen we een veranda, zodat we overdekt buiten kunnen zitten en de was drogen. Er worden lokale materialen gebruikt: het huis wordt van hout met een cementen vloer en een golfplaten dak.