Nieuwsbrief oktober 2025

Nieuwsbrief oktober 2025

Lieve broeders, zusters en vrienden,

Bent u ook zo benieuwd wat er allemaal gebeurt hier op Madagaskar? Dat komt goed uit want hier is de nieuwsbrief, vers van de pers!

Duimen draaien of overuren maken …

De auto werd volgeladen met allerhande huisraad

Het werk op Madagaskar is niet altijd zo goed voorspelbaar. Soms lijken dingen superlangzaam te gaan en krijg je het gevoel dat je vooral zitten te wachten. Andere momenten lijkt alles in een stroomversnelling te komen en maak je overuren.

De maand oktober was zo’n typische drukke maand. De tweede groep Malagasy bijbelstudenten wilde graag een week naar Maroamboka komen. Dat zat al vanaf de maand augustus in de planning, maar werd keer op keer doorgeschoven. Nu moest het dan toch gaan gebeuren.

In dezelfde maand oktober werd er ook een nieuwe trip geplanned naar het verre zuidoosten van Madagaskar, Vangaindrano, Midongy en Befotaka. Deze reis kwam voort uit de eerdere zendingsreis naar deze gebieden van afgelopen juni 2025.

Twee reizen in één maand klinkt oké, maar op Madagaskar is dat veel!

Voorbereiding voor ontvangst

Issa was aan de beurt om met mij mee te reizen naar het dorp. We hadden de auto vol met extra huisraad, groenten en allerhande materialen. De groep zou zo goed ontvangen kunnen worden. Ook hadden we een grote hoeveelheid aan vertaalwerk mee, maar daar kom ik later nog even op terug.

Het was een logistieke uitdaging om de groep naar Maroamboka te krijgen. Het grootste deel, 7 mannen, moest helemaal vanuit het zuiden komen. Een reis van meerdere dagen met de bus. Twee jonge dames zouden uit de hoofdstad komen en halverwege verder reizen met onze vriend Jonoro. En als laatste schoof Thaddee ook aan. Thaddee was al eerder in het dorp geweest en woont redelijk dicht in de buurt.

Endrin’i Lika helpt graag met het werk van de Heer.

De twee jonge dames kwamen vooral mee om te ontdekken of het zendingswerk iets voor hen zou zijn. Van tevoren had ik Endrin’i Lika gevraagd of zij bij haar in huis mochten slapen. Endrin’i Lika hoefde er geen moment over na te denken en liet gelijk het bed zien waar ze in mochten slapen. Super luxe want wij, de mannen, zouden op een rieten matje slapen. Ach, onderscheid moet er zijn, toch?

Dag één stond in het teken van iedereen ophalen met de auto. Ik had iedereen uitgelegd waar ze uit moesten stappen. Ook had ik de mensen op die locatie verteld dat er een groep mensen zou aankomen en of zij hen dan even wilde opvangen. Dat ging niet helemaal volgens plan. Ik kwam aan op de kruising tussen de weg naar ons dorp en de hoofdweg, maar er was niemand te bekennen.

Wat was er gebeurd? De eerste groep was in een dorp tien kilometer verderop uitgestapt en groep 2 meldde dat ze pas in de middag zouden aankomen. Alleen Thaddee stapte uit op de kruising waar we hadden afgesproken.

De rit vanaf de kruising tot aan ons dorp is 17 kilometer en daar doen we zo’n 1,5 uur over. Al met al, was ik de hele ochtend zoet met mijn nieuwe hobby: Taxi-chauffeur.

Ik was nog maar kort in Maroamboka toen ik een berichtje van groep twee kreeg: ze waren aangekomen! Dus, ik kon weer naar de kruising en vandaar verder naar het dorp waar ze op me stonden te wachten.

Het was gezellig druk in en rondom het huis.

Mengelmoes van dialecten

Het was een gezellige kakofonie van dialecten in ons huis in Maroamboka. De groep was een verzameling van mensen uit alle windstreken van Madagaskar met ieder zijn eigen dialect, Mahafaly, Vezo, Merina, Tsimihetsy, Anosy, Antemoro enz. De rest van de middag stond dus in het teken van het leren van het dialect in ons gebied, Antanala.

Hier gebruikte de groep ons vertaalwerk, met name de bijbelverhalen. Regelmatig werd mij gevraagd wat een woord of zin betekende en hoe het uitgesproken moest worden.

De groepen gaan er voor!

Het vertaalde materiaal werd gebruikt om het dialect te leren.

De volgende morgen ging de groep in kleinere groepjes op weg naar de omringende dorpen. Thaddee ging met zijn groepje terug naar de dorpen waar hij afgelopen juni ook geweest was. De andere twee groepjes heb ik met de auto naar verder afgelegen dorpen gebracht. Dat kon want de weg was droog en hard. Anders hadden ze moeten lopen, maar dat kost makkelijk 2 á 3 uur. Nu konden we dat in een uurtje doen.

De weg naar Maroamboka is zelfs met droog weer een uitdaging, maar het ging Issa goed af.

Het was gelijk een mooie gelegenheid om Issa te leren hoe je op dit soort wegen moet rijden. Hij wilde dit al heel lang leren en nu was het zo ver! Het ging prima. Alle extra (4×4) versnellingen in de auto verwarde hem niet en na twee ritjes kon ik gewoon lekker achterover zitten en voor de verandering genieten van het uitzicht.

Lokale christenen helpen

De groepjes kregen hulp van de lokale christenen in en rond Maroamboka. Dat is belangrijk want de mensen in de dorpen zijn over het algemeen erg wantrouwend richting vreemdelingen. Endrin’i Lika, endrin’i Leva, Sarobidy, Cilarisy, iaban’i Mainty en Iaban’i Bosila waren de gidsen die met hen mee gingen en de groep voorstelde aan de mensen.

Het is erg bemoedigend om te zien dat ze geen moment twijfelde toen we ze vroegen om te helpen! Bemoedigend voor ons maar ook voor de lokale kerkjes. Ze zien nu dat het werk dat wij zo veel jaren hebben gedaan óók door henzelf gedaan kan worden. Daar heb je niet persé een dominee of zendeling voor nodig.

De laatste avond was erg gezellig

Satan zit niet stil

We hebben u al vaak verteld over de donkere kanten van ons gebied. Voorouder verering en het vereren van geesten zit diep geworteld in de cultuur. Toverdokters zijn niet zomaar een verzinsel uit the Lord of the Rings of Harry Potter. Nee, de omgeving van Maroamboka telt gemakkelijk 15 toverdokters, waarvan sommige bekend staan dat ze mensen hebben vervloekt met als gevolg dat deze stierven.

Het zijn taferelen die we alleen kennen vanuit de Bijbelse verhalen, maar waarvan we vaak denken dat het iets was van vroeger. Niet op Madagaskar.

De eerste dag dat de groepen onderweg waren kwam er een dame naar ons huis of er niet een groep mee wilde komen want er waren meerdere mensen heel ziek. Met ‘ziek’ kan van alles bedoeld worden, maar in dit geval ging het om demonie. De groep van Thaddee was net terug van een vermoeiende dag en toch twijfelde ze geen moment.

Enkele van de groep gingen met de dame mee. Issa en ik ook en wat we zagen was allerminst prettig. De zieke was een dame van in de twintig. Ze lag op de grond. Drie dagen eerder was ze nog volledig gezond, maar nu kon ze behalve grommen niets meer. Ze was verlamd in de benen. Tijdens het gebed begon ze te schoppen en te slaan en zelfs allerlei gymnastische houdingen aan te nemen … Houdingen waar een geoefende gymnast nog wat van zou kunnen leren.

Maar ja, Groter is Hij die in u is, dan die in de wereld is… “ (1 Johannes 4:4). Na veel protest vertrokken de demonen. Na een uur was de rust volledig teruggekeerd. Toen de jonge dame weer wat kon praten werd er afgesproken om haar onder toezicht van Endrin’i Lika te stellen. Endrin’i Lika zal haar over de Here Jezus onderwijzen zodat de dame Hem kan gaan volgen. Dit is belangrijk want de Here Jezus leert on ook dat als de boze geest is weggestuurd, deze weer probeert terug te komen. Als de bevrijde persoon dan ‘leeg’ blijkt te zijn—dus niet gevuld met God’s Geest—de geest weer vrolijk zijn intrek zal nemen.

De groep is de volgende dag verder gegaan met de overige ‘zieke’ mensen. Ze zijn allemaal op gelijke wijze bevrijd! Prijs de Heer!

Waarom deel ik dit?

God’s woord maakt mensen werkelijk vrij. Dit is Diana, ze heeft lang geleden haar leven al aan Jezus gegeven.

Waarom kon ik het niet even bij iets luchtigs houden?

Het is eenvoudig omdat dit aangeeft dat we op dit moment een enorme geestelijk strijd gaande zien in en rond om Maroamboka. Elke keer dat we weer in Maroamboka komen horen we nieuwe berichten over mensen die de voorouderverering achter zich hebben gelaten om Jezus te gaan volgen. Het brengt een grote bevrijding voort. Niet langer hoeven deze mensen bang te zijn dat ze gestraft worden door de voorouders als ze bijvoorbeeld een keer groenten willen verbouwen in plaats van rijst. Niet langer hoeven ze dure geschenken aan de toverdokter te geven in de hoop dat deze de geesten raadpleegt over bepaalde zaken. Niet langer hoeven ze zich te houden aan de beklemmende taboes die hen waren opgelegd door de voorouders.

We zien het bevrijdende werk van de Here Jezus Christus in actie! En dit is slecht nieuws voor de boze, maar ook voor de toverdokters. De eerste ziet dat mensen gered worden voor de eeuwigheid en de tweede ziet zijn lucratieve zaakjes ten gronden gaan. Nergens is het contrast zo groot als hier. Mensen komen los van een wereld vol angst en leren de vrijheid kennen die alleen te vinden is in het Evangelie. De woorden van Jezus worden werkelijkheid:

Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. (Mattheüs 11:28-30)

Lees hier meer over de gevolgen van mensen die breken met de voorouderverering:

https://www.jurgenenkatja.nl/nl/waarom-zending-er-toe-doet/

Lukas, Handelingen en 41 verhalen

Oliva maakt graag gebruik van het vertaalwerk. Hij heeft mooie plannen om het gebied rondom hun woonplaats te bereiken met het Evangelie.

Even terug naar de auto vol met dozen vertaalwerk. Terwijl Issa en ik op weg waren naar het dorp hebben we de tijd genomen om voorgangers te bezoeken. Eén voorganger hadden we nog nooit gesproken. Hij woont in Irondro, een plaats langs de hoofdweg richting ons dorp. De mensen in deze plaats kennen ons omdat we hier al vele jaren langs komen als we naar het dorp gaan. De laatste keer heb ik er al boekjes uitgedeeld en had ik beloofd dat ik de volgende keer meer zou meenemen.

Toen we aankwamen stonden de mensen al snel bij de auto want die belofte waren ze nog niet vergeten. In plaats van zelf uitdelen vroeg ik ze om me naar de plaatselijk voorganger te brengen. Ze brachten ons bij Olivier Haja, de voorganger van de Rhema kerk. Olivier wist van ons en hij had de boekjes al gezien. Het was leuk om zijn verbazing te zien toen ik de dozen aan hem gaf. 220 stuks Lukas evangeliën, 220 stuks Handelingen der apostelen, en 220 verhalen boekjes, negen dozen in totaal.

Graag nam hij ze in ontvangst. “Gratis??” Vroeg hij… Ja! Op de voorwaarde dat ze nuttig gebruikt zouden worden. Nou, dat was niet tegen dovemansoren. Hij gaat regelmatig het afgelegen gebied rondom Irondro in om het Evangelie te delen. De mensen daar verstaan weinig van het officiële Malagasy. Daar ging hij deze boekjes gebruiken! Of we wilden blijven eten? Jammer genoeg moesten Issa en ik nog iemand anders bezoeken, maar we hielden ons warm aanbevolen voor de volgende keer.

De tweede voorganger was onze vriend Oliva. Oliva heeft gediend in ons gebied en dient nu een FJKM kerk dicht bij de hoofdweg richting ons dorp. Ook Oliva gaat regelmatig het gebied in om het Evangelie te delen. Ook daar is het hetzelfde verhaal: men verstaat maar weinig van de officiële Malagasy taal.

Oliva en zijn vrouw wisten dat we zouden komen! Toen wij afgelopen jaar in nederland waren hebben ze een dochtertje gekregen. Ze wilde haar maar al te graag aan ons laten zien! Het heerlijk om elkaar weer, na zo’n lange tijd, te zien. We mochten Oliva en zijn vrouw 9 dozen vertaalwerk overhandigen. Snel werden er verschillende gemeenteleden opgetrommeld zodat de overhandiging op de officiële manier kon gebeuren.

Oliva vertelde dat hij graag hulp zou krijgen bij het evangeliseren in het achterliggende gebied. Als antwoord daarop heb ik later in de week Jonoro naar hem toegebracht zodat zij samen konden nadenken hoe die hulp er dan uit zou zien.

Het is zo mooi om te zien dat het vertaalwerk nu dan toch langzamerhand zijn weg gaat vinden naar de mensen in de onbereikte gebieden. We zijn zo dankbaar dat er nu ook voorgangers, zoals Oliva en Olivier Haja zijn die er graag gebruik van maken.

De boekjes werden met gezang aangenomen

Vangaindrano, Midongy & Befotaka

In de nieuwsbrief van juni vertelde we dat ik met Wouter van Holst op een verkenningsmissie naar de zeer afgelegen valleien van Midongy & Befotaka waren geweest. De stammen (Antaisaka & Bara) die daar wonen spreken een ander dialect dan dat wat wij spreken. Toch lukte het aardig om het Evangelie uit te leggen. Diverse dorpen hadden aangegeven dat ze graag meer horen over Jezus en inmiddels, hebben verschillende dorpen een maand lang een bijbelleraar ontvangen.

Mattheüs 9:37-38 – De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.

Deze bijbelleraren moesten meerdere dagen lopen om de dorpen te bereiken. Eenmaal in hun dorp hebben ze 28 dagen lang onderwijs gegeven. Een heel bijzondere en mooie onderneming. Ze kwamen terug uit het gebied met bemoedigende verhalen. Sommige dorpen waren begonnen met hun eigen kerkdiensten. Andere dorpen hebben verschillende mensen naar Vangaindrano gestuurd waar ze verder opgeleid worden om een kerk te leiden.

Wat een feest! Zowel Siemen als Dani mochten voorin zitten tijdens de vlucht.

Afgelopen oktober had Wouter weer een missie gepland. Deels om te horen hoe dit bezoek was ervaren door de dorpelingen, en deels om nieuwe dorpen te bezoeken. Wouter had mij weer uitgenodigd om mee te komen. Maar, nu komt het! De helikopter van Helimission had zitplaatsen over. Na wat overleg mochten Siemen en Dani ook mee naar Vangaindrano! Terwijl wij de dagen besteedde aan het bezoeken van de dorpen in de valleien, konden Siemen en Dani lekker spelen met de kinderen van Wouter en Sanne. Wat een feest!

De bezoekjes aan de dorpen waren weer zeer bijzonder. Inmiddels weet ik aardig welke verschillen er in de dialecten zitten en valt het praten in het Bara of Antaisaka me niet zo zwaar meer. Samen met een jonge bijbelstudent, Braco, besprak ik het evangelie met de volwassenen, terwijl Wouter met zijn Malagasy hulp, Willy, de kinderen voor hun rekening nam.

De bijbelverhalen kwamen tot leven toen de mensen de Jezus film zagen.

We kwamen ook terug in een dorp waar ik de mensen voor de grap geleerd had hoe ze moesten groeten in het Antanala dialect. Ze waren het niet vergeten. Een groepje jonge meiden zagen me voorbij lopen en riepen: “Akory lahaly iaban’i Vanya!” (Goedemorgen vader van Vanya). In dit grotere dorp hebben we de nacht doorgebracht. Nick, de piloot, had een beamer meegebracht en toen het donker was hebben we samen met de dorpelingen de Jesus film gekeken. De reacties waren bijzonder en voor velen werden de Bijbelverhalen nu helemaal duidelijk.

Bid voor onze nieuwe broeders en zusters in deze valleien. Het valt niet mee om Jezus te willen volgen terwijl de familie bang is dat er straf van de voorouders komt. Ook de vele toverdokters zitten niet te wachten op nog meer christenen.

Andere (lopende) zaken

Inmiddels lopen we weer richting het nieuwe jaar. Behalve allerlei feestelijkheden betekent dit ook dat het examenjaar voor Issa snel dichterbij komt. We hopen in april richting Nederland te komen zodat hij zijn examens kan gaan doen. Ondertussen betekent dit wel dat hij veel tijd moet besteden aan zijn schoolwerk. Abbey zal komend jaar alvast examen doen in Engels en wiskunde. U begrijpt dat Katja overuren draait om hen zo goed mogelijk te helpen bij het studeren. U gebed wordt op prijs gesteld!

Ja, we zijn ook nog bezig met de vertaling van het boek Genesis. Dat is een hoop werkt omdat het taalgebruik in Genesis heel anders is dan in de Nieuwtestamentische boeken. Hoofdstuk 1 tot en met 6 heb ik gedigitaliseerd en zijn klaar om voor de tweede keer gecontroleerd te worden. Het werk lijkt niet zo erg op te schieten omdat het moeilijk is om nieuw materiaal van Menja (onze vertaler) aangeleverd te krijgen. Hopelijk heb ik bij een volgend bezoek aan ons dorp wat meer tijd om hem ‘achter zijn vodden aan te zitten.’ Maar ja, ook hij moet hard werken om alle eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Dat snap ik best.

Tot slot spelen we nog met de gedachten om ergens in november of december af te reizen naar Ikongo. Dit is het hart van het Antanala gebied en het zou zo mooi zijn als ons vertaalwerk ook daar ingezet kan worden. Ikongo ligt op zo’n 90 kilometer van de hoofdweg af en de laatste berichten waren dat die 90 kilometer ongeveer 8 uur zou kosten met een stevige 4×4 auto…. Ja, dat is iets meer dan 11 kilometer per uur!! We hebben daar al contacten en die hebben aangegeven dat ze graag de boekjes ontvangen. We zullen zien of dat een beetje te doen is.

Lieve vrienden,

We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)

We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk.

Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning! Samen met
jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed,
altijd! En altijd is God goed!

We wensen u van harte Gods zegen toe!

Katja & Jurgen

Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann (en vanuit Nederland, Vanya)

Dankbaar zijn we, omdat:

  • we een grote en machtige God dienen;
  • de lokale christenen in en rond Maroamboka enthousiast helpen met evangelisatie;
  • de dorpen in Midongy en Befotaka bereikt worden;
  • de voorgangers Oliva en Olivier Haja het vertaalwerk graag gebruiken voor hun werk.

Bid voor/dat

  • onze financiële stand weer op peil komt;
  • het vertaalwerk en verspreiding;
  • het vertaalwerk van het boek Genesis;
  • de plannen om misschien naar Ikongo te reizen;
  • Issa en Abbey’s voorbereidingen voor hun examens;
  • dat Katja, tussen het lesgeven, de nodige rust zal vinden.

Foto’s van de groep in Maroamboka

Foto’s van de trip naar Vangaindrano, Midongy en Befotaka

Nieuwsbrief juni 2025

Nieuwsbrief juni 2025

Lieve broeders, zusters en vrienden,

Het is nog maar recent dat we onze laatste nieuwsbrief hebben verstuurd. Toch zijn er weer heel mooie dingen te vertellen.

Vangaindrano, Midongy & Befotaka

Voor: Nick Däpp en Jurgen
Achter: Willy en Lucile
Drie namen van districten in het verre zuidoosten van Madagaskar. Vangaindrano ligt 270 kilometer (met de auto) zuidelijk van ons dorp, Midongy en Befotaka liggen nog verder. Wouter en Sanne van Holst hebben in Vangaindrano het project ‘Hosanna’ opgezet. We kennen elkaar goed en ik had al eens laten vallen dat ik graag een keer kwam kijken. Ter bemoediging, maar ook om te ontdekken of ons vertaalwerk zo ver zuidelijker begrepen zou worden.

De gelegenheid kwam! Wouter onderneemt zo nu en dan zendingstripjes in het zeer afgelegen Midongy en Befotaka gebied. Er lopen geen wegen naar toe dus de samenwerking met het Zwitserse helikopter organisatie, Helimission is een uitkomst. We vlogen met Nick Däpp, de piloot die we al jaren kennen, naar Vangaindrano. Onderweg zijn we nog even geland in ons dorp om snel hallo te zeggen 😎

Vanuit de zendingspost ‘Hosanna’ zijn we dagelijks naar de twee districten gevlogen. We bezochten vijf dorpen per dag. De dorpelingen hadden nog nooit blanke mensen en een helikopter gezien. Sommige kenden het alleen van de film.

vlnr: Wouter, Willy, Lucile, Jurgen.
Maar ik kwam daar niet om duimen te draaien. Wouter had me gevraagd om samen met een Malagasy medewerkster, Lucile, het Evangelie te delen. Kon ik gelijk even kijken hoe het ging met het verschil in dialect 🤔

Klik hier om een korte video te zien.

Tja, ik kwam er al snel achter dat mijn gebruikelijke Antanala dialect niet overeenkwam met de die van de mensen hier. De bevolkingsgroepen zijn de Bara en Antaisaka met ieder hun eigen dialect. Lucile en een andere medewerker, Willy, beidde Antaisaka, moesten af en toe hartelijk lachen om mijn dialect. Sommige Antanala-woorden hebben een heel andere betekenis in het Bara of Antaisaka.

De manier waarop ik bijvoorbeeld zei dat God niet wil dat we overpel plegen, wordt door de Bara opgevat als picknick. Totdat ik de juiste uitspraak en woorden te pakken had, heb ik het eerst met wat humor vertaald. Dus het zevende gebod heb ik vervolgens uitgelegd als: “gij mag picknicken, maar niet stiekem met de vrouw van je buurman.” Willy en Lucile hebben me geweldig geholpen met het leren van de juiste uitspraak en woorden.

De meeste mensen hadden geen kennis van het Evangelie. Eén dorp had zelfs nog nooit van de naam Jezus gehoord! Ja, ze wisten wel dat God de Schepper bestaat… Duh! Hoe anders zou alles er zijn! Maar ze vroegen zich af wie Zijn Zoon was en waar Hij woonde. Ik zei dat de Here Jezus nu in de hemel woonde. “Oooh, dus Hij is dood,” zeiden ze. Grote verbazing toen ik ze uitlegde dat Hij dood was geweest, maar op de derde dag weer levend was geworden! Wat een ervaring! Wat een openheid! En wat een voorrecht!

Inmiddels hebben Wouter en Sanne de missie teruggekoppeld en de berichten zijn veel belovend. Diverse dorpen hebben aangegeven dat ze graag meer horen over Jezus, de Zoon van God, de Redder van de wereld. In een ander dorpen komen nu groepjes samen om de (gekregen) Bijbel te bestuderen. De mensen zijn hongerig naar het Evangelie.

Mattheüs 9:37-38
De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.

Malagasy Bijbelstudenten

Thaddee, de tweede man van links kennen we al sinds 2016.
Eenmaal terug bij Katja en de kinderen had ik niet veel tijd want een dikke week later kwam de eerste groep Malagasy Bijbelstudenten naar Maroamboka. Samen met Dani ben ik drie dagen van tevoren naar ons dorp gereisd om alles in orde te maken. Op maandagochtend 19 mei arriveerde de studenten.

De eerste dag hebben we de studenten voorgesteld aan onze vrienden, Sylvestre en Fanja en de vaders van Boto, Mainty en Bosila.

De tweede dag zijn ze in twee groepen naar verder afgelegen dorpen gelopen. De vaders van Mainty en Boto gingen met één groep naar Masoabe. Het dorp ligt op 2,5 uur loopafstand. De mensen wisten wie we waren en de groep werd hartelijk ontvangen. De andere groep ging met de vader van Bosila naar Dongosabe.

Beidde dorpen stonden zeer open voor het Evangelie en het bezoek zette de aanwezige christenen aan om zelf ook meer actief te gaan evangeliseren. Dat is natuurlijk iets wat we graag zien gebeuren: christenen die hun eigen dorpsgenoten gaan vertellen over Jezus. Normaal denken veel christenen hier dat dit vooral de taak is van dominees. Maar ja, als er geen dominee in de buurt woont, gebeurt er dus weinig.

De drie mannen in het midden zijn de vaders van Boto, Bosila en mainty.
We zijn op de derde dag op bezoek geweest bij de vader van Velotia in Beono—de koning die christen is geworden. Hij heeft zijn bekeringsverhaal gedeeld. Het was een enorme bemoediging voor beidde partijen.

Klik hier om zijn getuigenis te horen.

De laatste dag is de gehele groep op bezoek gegaan in Tsararano. De mensen hier hadden ons al vaak gevraagd om ook bij hen het Evangelie uit te leggen.

Ik heb nog niet kunnen terugkoppelen met onze vrienden in Maroamboka hoe de reacties zijn. Maar het kleine beetje dat we gehoord hebben is veelbelovend. Mensen zijn oprecht nieuwsgierig naar meer van de Bijbel en veel lokale christenen hebben al aangegeven dat ze een volgende keer graag meewerken aan Evangelisatie.

Eenmaal thuis

Twaalf dagen later waren Dani en ik weer thuis. Onderweg had Dani de griep opgelopen dus we waren niets te vroeg weer bij het gezin. Eén voor één begonnen we te kuchelen en hoesten. Dani spande de kroon en in het weekend werd hij nog zieker met bevingen en rillingen. Katja heeft toen maar een Malaria test gedaan die positief uitsloeg. Bovenop de griep dus ook nog Malaria. We hebben altijd medicijnen in huis dus dat konden we gelijk te lijf. Maar o wee! De medicijnen sloegen niet aan en we besloten hem naar het ziekenhuis van een bevriende Duitse vroedvrouw, Tanja Hock, te brengen. Daar is hij gelijk aan het infuus gezet.

Gelukkig waren we op tijd en zagen we dat het medicijn via het infuus zijn werk deed. Katja heeft de hele week overdag aan zijn bed gezeten en ik loste haar af voor de nacht. Na vijf dagen mochten we hem gelukkig weer mee naar huis nemen.

Nu is Dani de meeste fitte en gezonde persoon van het gezin. De rest, inclusief ik, hebben een flinke griep te pakken. Bah! We waren even vergeten hoe dat ook alweer voelde 🤒

Geluk bij een ongeluk

Officieel moest ik deze week alweer afreizen naar ons dorp. De tweede groep studenten zou 15 juni arriveren. Maar ze hebben onverwacht afgemeld. Dat is jammer! Maar gezien de situatie in het gezin misschien wel helemaal niet zo erg.

Het komt de rust ook wel even ten goede. Al die weken dat ik weg ben heeft Katja alles alleen moeten doen. Gelukkig helpen de kinderen goed mee, maar het is met bepaalde zaken toch handiger als we samen zijn. Thuisonderwijs, boodschappen, huishouden. Allemaal zaken waar Katja een prima routine in heeft. Maar als dan één van de kinderen met mij meegaat moet ze wel even het schoolwerk van dat kind anders gaan plannen.

Daarnaast is Katja vaak ook bezig met de planning van de volgende maand(en). In juli hopen we namelijk als gezin op vakantie naar ons dorp te gaan. En in augustus hoopt Vanya naar Nederland te vertrekken om in september te beginnen aan de universiteit in Groningen. Katja hoopt met haar mee te reizen om haar te helpen met het opzetten van haar woning, verzekeringen en wat al niet. Die weken mag ik de kinderen thuisonderwijs gaan geven 😵‍💫 Dat schema is Katja dus ook al aan het voorbereiden.

Het is dus wat dat betreft een geluk bij een ongeluk dat de groep niet kan komen. We mogen hier ook de hand van de Heer in zien.

1 Korinthiërs 10:13
En God is getrouw: Hij zal niet toelaten dat u verzocht wordt boven wat u aankunt, maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst geven om die te kunnen doorstaan.

Tot slot

We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)

We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk. Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning!

Samen met jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed, altijd! En altijd is God goed!

Van harte Gods zegen toegewenst,

Katja & Jurgen
Vanya, Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann.

Gebedspunten

Dankbaar zijn we, omdat:
  1. we een grote en machtige God dienen;

  2. God dagelijks toevoegt aan de gemeente;

  3. de tijd in Vangaindrano en ons dorp;

  4. de Malagasy studenten zo hartelijk ontvangen werden.
Bidt voor/dat:
  1. onze financiële stand weer op peil komt;

  2. onze gezondheid;

  3. Katja’s planning wat betreft het onderwijs;

  4. de laatste maanden op Madagaskar voor Vanya;

  5. de nieuwe planning wat betreft de studenten die niet konden komen.
Nieuwsbrief april 2025

Nieuwsbrief april 2025

De laatste nieuwsbrief was een uitgebreid verslag van alles wat hier gebeurd. Deze nieuwsbrief hopen we wat korter te
houden, maar zeker niet minder interessant.

De reis naar Maroamboka afgelopen januari

Eigenlijk was dat min of meer wensdenken. Soms komen de regens pas later in het seizoen. Deze keer zijn ongeveer alle cyclonen gearriveerd in januari. Die regens die mee komen zijn geweldig voor de boeren, maar minder fortuinlijk voor de wegen. Onze vrienden in Maroamboka hebben ons geadviseerd om niet te komen. Aangezien er geen dringende zaken te regelen waren hebben we de rit afgeblazen. Het is altijd een lastige beslissing omdat je weet dat het dan pas twee maanden later weer kan. Aan de andere kant: Als het zo hard regent kun je toch niet veel doen. De paden worden gevaarlijk glad en de meeste mensen zijn daardoor slecht bereikbaar.

Nieuwe planning

De materialen liggen klaar!
De materialen liggen klaar!
De nieuwe reis is al voorbereid. Ik (Jurgen) hoop maandag 14 april, samen met Abbey en Siemen, weer naar het dorp te gaan. We hebben veel te doen! Ik hoop alle waterleidingen te vernieuwen. Er moeten reparaties aan het betonnen fundament uitgevoerd worden, en de boel moet schoongemaakt worden.

Tijdens deze reis hoop ik wat verdere afspraken te maken met de leiders van de kerken in Maroamboka. Deze afspraken gaan over het begeleiden van bijbelstudenten.

Bijbelstudenten

Hey! Noemde ik daarnet iets over bijbelstudenten? Jazeker, een wens die we al lange tijd hebben lijkt nu te gaan gebeuren. Tijdens het vorige bezoek was Jonoro met ons mee gekomen. Jonoro is een Malagasy voorganger en hij heeft ontzettend veel contacten. Jonoro heeft hier en daar een balletje opgeworpen, en dat balletje is gaan rollen. We zijn nu actief bezig met twee groepen.

De eerste groep komt uit Vohipeno. Deze stad is relatief dicht bij ons dorp in de buurt. Het is de groep van Thadee die wij al heel lang kennen. Thadee was acht jaar geleden gestationeerd als zendeling in Ikongo—het centrum van de Antanala mensen. Inmiddels geeft hij zelf onderwijs aan jonge Malagasy christenen. Als onderdeel van dit onderwijs—en om ons gebied te versterken—hoopt hij een week lang naar Maroamboka te komen. Deze groep zal waarschijnlijk niet veel moeite hebben met de taal omdat ze relatief dichtbij wonen (toch nog 4 uur rijden met de auto).

De andere groep komt uit Tulear. Dat is veel verder weg! Hun reis zal ongeveer twee dagen duren. Deze studenten spreken vooral de Vezo-Malagasy taal, en het merendeel heeft nog geen ervaring met het leven elders op Madagaskar, laat staan in zo’n afgelegen gebied. Voor deze groep zal het wel even schrikken zijn als te maken krijgen met andere gewoontes en een andere taal. Jonoro heeft ook les gegeven aan deze studenten en hoopt—en wij met hem—dat hij zelf ook mee kan komen.

Maar ja, sponsoring …

Ja, nu komen we natuurlijk ook bij de financiën. De studenten (niet allemaal) hadden de mogelijkheid om te studeren, omdat er een budget was voor hun dagelijks onderhoud. Andere studenten moesten vooral in de avonduren studeren, zodat ze overdag konden werken.

De reis en het verblijf in Maroamboka zit niet het budget. Natuurlijk mogen de studenten gratis in ons huis verblijven. Het kookgerei, de matten om op te slapen en alle andere aanpassingen is wat ons betreft een prima besteding van onze eigen tijd en geld.

Maar de reis en het eten onderweg is voor Malagasy begrippen erg duur. Sommige studenten zullen die week ook niet kunnen werken. Als voorbereiding zijn ze naar diverse kerken gegaan om sponsoring te werven. Het blijkt nog niet zo eenvoudig te zijn om dat voor elkaar te krijgen. Geld hebben, en geld weggeven is een heel gevoelig punt op Madagaskar. We hebben hier te maken met één van de armste landen ter wereld. Toch vonden we het belangrijk dat de studenten het zouden proberen. Het uitsturen van zendelingen en evangelisten is immers dé grote opdracht van onze Here Jezus. Stiekem hoop je dat de kerken staan te trappelen … Dat heeft hier toch nog wel wat tijd nodig.

De bijbelstudenten uit Tulear met Jonoro en zijn vrouw links op de voorgrond.
De bijbelstudenten uit Tulear met Jonoro en zijn vrouw links op de voorgrond.

Mogen we een beroep op u doen?

In eerste instantie dacht ik dat de studenten misschien wel een GoFundMe actie zouden kunnen opzetten. Dat was één van mijn minder heldere ideeën. Zo’n actie is effectief in het westen, maar hier moet iedere potentiële sponsor afzonderlijk gevraagd worden.

Om het de studenten wat gemakkelijker te maken hebben we samen met AIM-Nederland afgesproken om hier een apart fonds voor op te zetten. We hopen ongeveer 1000 euro te werven voor deze twee groepen. Mogen we een beroep op u doen?

Het zal een geweldig leermoment voor deze enthousiaste studenten. Maar nog beter dan dat! Deze studenten hebben een hart voor hun eigen bevolking.

De situatie deed me sterk denken aan de inzameling die Paulus deed in Korinthe. De apostel Paulus vroeg om geld van de kerken om mensen in nood te ondersteunen, in het bijzonder de verarmde kerk in Jeruzalem. Hij moedigde de Korinthiërs aan om gul bij te dragen en herinnerde hen aan hun eigen zegeningen en het belang van het helpen van anderen.

Scan de code om uw bijdrage te geven!
Scan de code om uw bijdrage te geven!

De studenten komen uit arme kerken, maar ondanks de armoe willen hun volksgenoten bereiken met de boodschap van hoop en redding! Wat een voorrecht dat we hier getuigen van mogen zijn én aan mogen bijdragen!

U kunt uw bijdragen doen via link hieronder.

Ondersteuning van de studenten

Kort nieuws

Nog even een laatste update wat betreft het vertaalwerk. We hebben een jongedame ontmoet die opgegroeid is in Ikongo (het centrum van het Antanala gebied). Delia is haar naam en ze woont tijdelijk in de hoofdstad. We hebben Delia bereid gevonden om het evangelie van Lukas in te spreken. We hopen het hele boek af te krijgen voordat ze weer naar Ikongo teruggaat.

Ieder hoofdstuk is een zegen! Voor veel mensen is een luisterboek een uitkomst omdat ze niet kunnen lezen of schrijven. Bidt u mee dat we ze veel mogelijk hoofdstukken af zullen krijgen?

We willen u ook nog hartelijk danken voor jullie gebeden voor Katja die haar sleutelbeen gebroken had. Inmiddels lijkt het bot weer goed geheeld te zijn zonder dat er een medische ingreep nodig was. Katja zegt nog wel last te hebben van de spier in haar nek—het is wat trekkerig zeg maar. Gelukkig heeft ze niet ingeboet wat betreft mobiliteit.

Tot slot

We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)

We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk. Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning!

Samen met jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed, altijd! En altijd is God goed!

Van harte Gods zegen toegewenst,

Katja & Jurgen
Vanya, Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann.

Gebedspunten

Dankbaar zijn we, omdat:

  1. we een grote en machtige God dienen;
  2. God dagelijks toevoegt aan de gemeente;
  3. we steeds meer Malagasy met een hart voor zending zien;
  4. Jonoro ons zo goed helpt;
  5. Delia het evangelie van Lukas wil inspreken;
  6. Katja’s sleutelbeen goed genezen is.

Bidt voor/dat:

  1. onze financiële stand weer op peil komt;
  2. de volgende trip naar ons dorp;
  3. we genoeg sponsoring voor de studenten mogen vinden;
  4. de audio-opnamen met Delia;
  5. de plannen om studenten naar het dorp te brengen voorspoedig mag gaan.
Waarom zending er toe doet

Waarom zending er toe doet

bezien vanuit seculier oogpunt 1

Introductie
Een regelmatig gehoord argument tegen zendingswerk is dat de mensen met rust gelaten moeten worden, het verstoort hun cultuur en religieus systeem. Men zou andere bevolkingsgroepen niet moeten opzadelen met voor hen vreemde geloofsovertuigingen.

Aangezien velen een bijzondere waardering hebben voor de culturele diversiteit in de wereld is dit een begrijpelijk argument. Zonder twijfel is cultuur één van de mooiste aspecten van de mensheid. De volken hebben door de geschiedenis heen ieder een eigen stijl van muziek, dans en andere tradities ontwikkeld.

Desondanks is het eerder genoemde argument niet zo vanzelfsprekend als men zou vermoeden. In dit artikel zullen we het argument nader bekijken en voorzien van het nodige commentaar. Hierbij wordt uitgegaan van een Afrikaanse plattelandssituatie. Dit wil niet zeggen dat de besproken ideeën alleen op dergelijke omstandigheden toepasbaar zijn.

Wereldbeeld
Voordat we de tegenwerpingen gaan behandelen is het goed om bekend te worden met het concept ‘wereldbeeld.’ Culturele diversiteit maakt een groot verschil in hoe men de wereld om zich heen begrijpt—hoe men ziekten, voorspoed, natuurlijke fenomenen, enzovoorts interpreteert hangt sterk af van wat men gelooft. Om te illustreren hoe iemands wereldbeeld kan verschillen van dat van een ander zullen we een paragraaf uit Burnett’s boek ‘Clash of Worlds’ citeren:

Jean La Fontaine verhaalt over een interessant voorval van een antropoloog die op de Yap Eilanden een discussie heeft met de bewoners welke geloofden dat de oorzaak van conceptie niet gevonden moest worden in seksueel contact maar in het binnentreden van de vrouw door een geest. De antropoloog haalde een voorbeeld aan van de verbetering van de lokale varkens nadat ze gekruist waren met geïmporteerde Europeaanse beren. De eilandbewoners waren bereid om dit te accepteren maar niet het idee dat seksuele relaties onder mensen konden uitmonden in een zwangerschap. Ze haalden verschillende voorbeelden aan zoals voorvallen van getrouwde vrouwen zonder kinderen en vrouwen, die onaantrekkelijk en lelijk gevonden werden door mannen en toch kinderen hadden. De discussie zorgde voor verwarring aan beide kanten totdat één van de eilandbewoners het begreep: “Aha,” zei hij tegen zijn mede-eilanders, “deze man gelooft dat mensen hetzelfde zijn als varkens.” 2

 

Implicaties
Mensen die zeggen dat het beter zou zijn om andere culturen met rust te laten vergeten meestal dat hun uitspraak voort komt uit bepaalde vooronderstellingen. Ten eerste, om te zeggen dat zendelingen een cultuur te niet zullen doen impliceert dat de betreffende cultuur geheel bevredigend is voor de mensen die er in opgegroeid zijn. En ten tweede, verwijst het naar een verouderd idee van zendingswerk waarin de cultuur verbannen wordt door zendingswerkers teneinde de wereld te verwesteren.

Bevredigend in ieder aspect?
De eerste implicatie veronderstelt in principe dat mensen uit een andere cultuur het meest tevreden zijn met hun eigen geloofssystemen en de daarnaast bestaande culturele tradities. Dit is echter niet zo voor de hand liggend als men zou willen geloven. Veel Afrikanen, in buiten-stedelijke gebieden, geven veel gewicht aan geesten en/of voorouderverering hetgeen vaak gepaard gaat met angsten. De mensen raadplegen regelmatig de zogenaamde toverdokters of medicijnmannen welke hun brood verdienen aan de angsten van hun ‘patiënten’. De oorzaak voor ziekten en ander ongeluk wordt al snel uitgelegd als straf of als vervloeking door een geest of heks. 3 Vaak is een offer nodig om de delicate balans weer te herstellen. De stelling, dat dit culturele onderdeel bevredigend is voor de betreffende mensen, gaat dus niet zonder meer op.

Zendeling van cultuur
De tweede implicatie lijkt op historische feiten gebaseerd te zijn. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat in de koloniale tijden menig (niet alle) zendeling de eigen cultuur superieur vond vergeleken met die van de doelgroep. Het christendom was in vroeger tijden niet louter een kwestie van persoonlijke overtuiging, het was verweven met elk aspect van de westerse samenleving. Dit resulteerde er in dat het brengen van het Evangelie gelijk stond aan het brengen van iemands cultuur. Deze houding is echter snel veranderd na de Verlichting. Het Westen kan nu niet meer als overheersend christelijk aangemerkt worden.

De zendelingen van vandaag begrijpen dat de moderne seculiere cultuur geen reclame is voor het christelijk geloof. 4 Met andere woorden, de westerse cultuur is niet geschikt als gereedschap om te evangeliseren, eenvoudig omdat het als zodanig geen garantie geeft voor een goed begrip van het christelijk geloof. Zendelingen zullen dus proberen om het evangelie relevant te maken binnen de cultuur van de toehoorders. Uiteraard kunnen ze geen water bij de wijn doen, maar er is niets op tegen om bepaalde aspecten van het evangelie meer te belichten. Als voorbeeld kunnen we Jezus’ offer gebruiken. In het Westen zijn we vooral geneigd om de juridische oplossing van de straf te belichten. Deze benadering zegt dat alle mensen gezondigd hebben en daarom straf verdienen—net als een dief of een geweldpleger een straf zal krijgen van de rechter. Jezus heeft die straf vrijwillig gedragen en voor hen die dat aanvaarden is de straf dus voldaan. In andere culturen zijn mensen minder bezig zijn met de juridische kant van het leven maar meer gericht op schaamte, schande en traditionele angsten voor geesten of voorouders. Hier zal Jezus’ overwinning op het kwaad eerder tot de harten spreken. Jezus had macht over demonen. Jezus werd schandelijk behandeld en naakt aan een kruis gespijkerd. Gescheiden van de Vader stierf Hij. Na drie dagen overwon Hij de dood door weer op te staan uit het graf. Deze aspecten zullen beter begrepen worden. Beide benaderingen laten waarheden van Jezus’ werk zien. Het is echter belangrijk om aansluiting te vinden in de beleving van de toehoorders om dan vervolgens in een later stadium ook de andere aspecten uit te leggen.

Seculiere winst door zendingswerk
Taal
Veelal hebben de Afrikanen op het platteland hun eigen taal en kost het hen veel moeite om te leren in de officiële landstaal. Zendelingen stellen zich vaak als doel om eerst zelf de plaatselijke taal te leren om daarna zo mogelijk de taal op schrift te stellen. Het behoeft geen uitleg dat dit een groot voordeel is voor de doelgroep. Veelal zijn er plaatselijke scholen begonnen tijdens of na dit werk. Als de mensen kunnen lezen en schrijven zijn zij beter bewapend tegen bijvoorbeeld oplichting als ze hun goederen willen in of verkopen.

Gezondheidszorg
Een ander belangrijk aspect is die van de gezondheidszorg. Schoon drinkwater, simpele oplossingen tegen ziekten en AIDS/HIV-voorlichting zijn allemaal projecten waarvan het moeilijk is om de successen in exacte cijfers weer te geven. Afgezien daarvan, zijn veel zendingsorganisaties vastbesloten om voor langere tijd te blijven. In die periode zullen ze proberen om plaatselijke mensen te trainen. Op deze manier kunnen organisaties hun kennis delen en bijgevolg worden de plaatselijke mensen minder afhankelijk.

Economie
Hoewel zendingswerk meestal begint met het verlangen om het evangelie te verspreiden gaat er vaak een enorme vooruitgang van de plaatselijke economie mee gepaard. Zendelingen vinden plaatsen met economische welvaart niet belangrijker of interessanter dan minder winstgevende locaties. Anders gezegd: zendingsorganisaties zijn vrij om te gaan waar ze willen, dit in tegenstelling tot seculiere Niet-Gouvernementele Organisaties (NGOs). Deze organisaties moeten zich vaak aan voorschriften, over waar te gaan en wat te doen, houden. 5 Bovendien, hoe goed de seculiere NGOs ook zijn in het geven van onderwijs en andere zaken, veel Afrikanen van het platteland zullen de grootste moeite hebben om hier volledig van te profiteren—veelal staan hun religieuze overtuigingen in de weg om echte veranderingen door te voeren. 6 Parris zegt er het volgende over:

“Spanning over en angst voor kwade geesten, voorouders, de natuur, het wild, de hiërarchie binnen de stam, en van alledaagse dingen zijn diep verankerd in het gehele Afrikaanse denken. Iedere man heeft én kent zijn plaats en daardoor, noem het angst of respect, drukt een groot last de individuele geest te neer, en wordt de nieuwsgierigheid belemmerd. Mensen zullen niet het initiatief nemen, en zullen de dingen niet in eigen hand nemen of hun schouders onder iets nieuws zetten.” 7

Zendelingen hebben de vrijheid om naar elke bevolkingsgroep, waar men geen toegang heeft tot onderwijs en/of gezondheidszorg, te gaan. Daarbij komt het voordeel dat Christenen niet vanuit een seculier wereldbeeld werken. Dit laatste maakt dat Christenen de religieuze aspecten effectiever tegemoet kunnen treden.

Het Christelijke geloof is sterk afhankelijk, in tegenstelling tot de Afrikaanse religies, van individuele besluiten. Het Christelijke geloof benadrukt een unieke verhouding tussen God en de mens. Christenen hebben geen menselijke bemiddelaars nodig om een relatie met God te hebben. Een Christen hoeft zich dus niet langer te onderwerpen aan een persoon of geest, wat zal resulteren in een moediger houding ten aanzien van vooruitgang. Een naturalistische en materialistische benadering van mensen met diep gewortelde religieuze tradities zal niet veel verschil maken. Het religieuze systeem zal gelijktijdig moeten veranderen. Angsten moeten aangepakt worden. De traditionele Afrikaan zal bepaalde gewoonten niet veranderen uit angst voor de mogelijke negatieve gevolgen—het is maar beter om de oude spirituele orde niet te verstoren. Daarentegen zullen zij, die het Christelijke geloof hebben aanvaard, deze angsten achter zich laten omdat ze weten dat hun nieuwe Redder overwinnaar is over al het kwaad. Parris getuigde er over dat de (Afrikaanse) Christenen die hij ontmoette “altijd anders waren. In plaats van de bekeerlingen geïntimideerd of opgesloten te hebben, heeft het geloof hen bevrijd en geholpen te ontspannen. Er was een levendigheid, een nieuwsgierigheid, een betrokkenheid met de wereld om hen heen, en een openheid in hun omgang met anderen. Dit alles leek te ontbreken in het traditionele Afrikaanse leven. Ze stonden met een rechte rug.” 8

Conclusie
Zendingswerk in Afrika gaat niet alleen om het winnen van zielen. Het heeft veel meer invloed op de veranderingen die iedereen graag in Afrika zou zien. Hoewel seculiere NGOs van grote waarde zijn, kunnen ze de diepste hartverlangens van menig Afrikaan niet bereiken. Veel buiten-stedelijke Afrikanen hebben diepgewortelde religieuze systemen waarvan het onwaarschijnlijk is dat deze veranderen door seculier onderwijs. Zendelingen zijn echter in staat om deze, vaak met angst gepaard gaande, religieuze ideeën te vervangen met een meer bevrijdende overtuiging.

Het overgrote deel van de zendelingen heeft niet de intentie—en ze zouden die ook niet moeten hebben—om de prachtige Afrikaanse cultuur te veranderen. Niettemin zijn er bepaalde aspecten binnen deze culturen die veranderd zouden moeten worden. 9 Veel Afrikanen zijn analfabeet omdat ze in hun cultuur de lees en schrijfkunst nooit eerder nodig hadden. Maar tijden veranderen en zo ook de manier van handel drijven. Een geletterd persoon zal niet snel het slachtoffer worden van oplichting. Bovendien is de lees en schrijfkunst van grote waarde in het onderwijs. Om bijvoorbeeld te lezen dat bepaalde gebruiken schadelijk zijn kan iemand helpen veranderingen door te voeren in deze (vaak cultureel geïnspireerde) gewoonten. 10

Het doet meer recht aan de zendelingen om te stellen dat zij, in plaats van een cultuur te verpesten, deze juist verrijken. Dit gaat niet alleen op voor de spirituele kant, maar ook in materialistisch opzicht. De holistische benadering heeft bewezen zeer effectief te zijn voor economische groei—en een economische groei onder de volken van het prachtige Afrika is de wens van menig westerling.

Eindnoten

  1. Seculier: ‘niet aan de religie gebonden, wereldlijk, niet tot een orde of congregatie behorend.
  2. Burnett, D., Clash of Worlds: What Christians can do in a World of Cultures in Conflict, (trans.) J. Hofmann, London: Monarch Books, 2002, p. 15.
  3. Burnett, D., World of the Spirits: A Christian Perspective on Traditional and Folk Religions, London: Monarch Books, 2000, pp.126-128.
  4. Of dat ooit het geval is geweest is een andere discussie.
  5. Maggay, M. P., ‘Justice and Approaches to Social Change,’ in (eds.) M. Hoek & J. Thacker, Micah’s Challenge: The Church’s Responsibility to the Global Poor, Colorado Springs: Paternoster, 2009, p.131.
  6. Ibid. p.123.
  7. Parris, M., As an atheist, I truly believe Africa needs God, (vertaling) J. Hofmann, Times Online, website (http://www.timesonline.co.uk/tol/comment/columnists/matthew_parris/article5400568.ece, 2008), Downloadable pdf: http://www.rootedinjesus.net/docs/Parris.pdf.
  8. Ibid.
  9. Maggay, M. P., ‘Justice and Approaches to Social Change,’ in (eds.) M. Hoek & J. Thacker, Micah’s Challenge: The Church’s Responsibility to the Global Poor, Colorado Springs: Paternoster, 2009, p.123.
  10. IZaken als gezonde voeding, vactinaties, persoonlijke hygiëne, gezinsplanning, het opvoeden van kinderen, medische zorg, verwijdering van afval en menselijke uitwerpselen enz.

Download dit artikel in pdf
Printvriendelijke versie
Lees ook Emy’s verhaal

Naar de Tanala

Naar de Tanala

Eind april is Jurgen, samen met een leidinggevende, en enkele anderen op verkenningsreis geweest naar de Tanala. De Tanala, een bevolkingsgroep van 1,2 miljoen mensen, bewonen de bosrijke gebieden aan de oostkust. Minder dan 1% van hen is evangelisch (Bijbelvast) christen. Alleen in grotere plaatsen vind je kerken. De kerken hebben niet of nauwelijks visie om hun stamgenoten te bereiken met het evangelie.

De resultaten van de reis waren erg bemoedigend: zowel in de dorpen rond Ikongo als in de dorpen rond Sandrohy zijn zendelingen meer dan welkom. Sommigen hadden wel van Jezus gehoord op de markt in een grotere plaats, maar van echte kennis was geen sprake. In enkele dorpen kwam ongeveer jaarlijks een rondreizende prediker langs, er was dan echter geen gelegenheid om vragen beantwoord te krijgen. Er was een grote behoefte aan gedegen bijbelonderwijs. Hieronder vindt u een videoverslag van de reis.

Het is al langere tijd het verlangen van Africa Inland Mission (AIM) om zendingswerk te starten onder de Tanala. We zitten dan ook met de leiding goed op één lijn. Men ziet ons graag naar het oosten vertrekken. De volgende stap is dat we als gezin een kijkje willen gaan nemen in en rond Sandrohy. Dit is de plaats die per weg bereikbaar is – tenminste als je bent voorzien van een auto met vierwielaandrijving. Ook positief aan Sandrohy is dat daar degene woont die Jurgen en zijn reisgezelschap heeft rondgeleid en voorgesteld in de diverse dorpen. Zo hebben we daar een kruiwagentje. Verder is er een winkel met basisvoedsel en is de afstand tot grotere kustplaatsen – voor eventuele medische zorg – te overzien.

Voordat het zover is willen echter een auto kopen. Zonder auto is het praktisch niet haalbaar onder de Tanala te wonen en werken. Openbaar vervoer gaat er niet naartoe.

Een eigen auto is ook een kwestie van veiligheid. We hebben nu meerdere reizen buiten Tana gemaakt. Iedere keer weer waren we behoorlijk onder de indruk van de rijstijl van de chauffeur. Er wordt haastig en onverantwoord hard gereden. Meermalen werd een ongeluk op het laatste moment voorkomen of liever: ontweken.

Ook in Tana is een eigen auto niet langer een overbodige luxe. Een paar weken geleden gebeurden er drie busongelukken in de stad door roekeloos rijden. Resultaat: 13 doden en schorsingen van de diverse busmaatschappijen. Hierdoor en door aanscherping van de regels is het nu moeilijker dan ooit om als gezin een plek op een bus te bemachtigen.

Wilt u ons aan een auto helpen? U kunt een gift overmaken naar IBAN 91 RABO 0155 6577 12 van AIM International in Wageningen (NL) onder vermelding van ‘project Madagaskar – auto’. Meer informatie kunt u op deze pagina vinden. Hartstikke bedankt!

Studiereis – en wat voor één!

Studiereis – en wat voor één!

We zijn net terug van een maand reizen – en wat voor een maand! Toen de leider van een team zendelingen op een eilandje in het noorden aangaf dat we welkom waren om te komen kijken, gingen we daar gretig op in: een prachtkans om van dichtbij mee te maken hoe het is om te leven onder eenvoudige omstandigheden onder één van de onbereikte bevolkingsgroepen van Madagaskar. En inderdaad: we hebben ontzettend veel geleerd en ervaren. Voor een videoverslag van 18 minuten kunt u kijken op onze multimediapagina.

Het eiland dat we hebben bezocht heet Nosy Mitsio en biedt een thuis aan zo’n 2000 mensen. De eilanders wonen in kleine dorpen en leven van de visserij, houden melkkoeien en verbouwen rijst, kokosnoten, bananen en enkele andere soorten fruit. De mensen wonen in hutten op palen. Voorouderverering en ‘tromba’s’, ceremonies waarbij geesten worden opgeroepen, spelen een belangrijke rol in hun leven. De Antakarana zijn op Nosy Mitsio terecht gekomen toen ze op de vlucht waren voor een kwaadaardige Merina-koningin, zo’n 200 jaren geleden. Er is nog steeds een diepgewortelde haat tegen de Merina, die in en rond Tana wonen.

Eerst waren de eilanders niet zo happig op de komst van de zendelingen. De voorouders werd om raad gevraagd en na veel wikken en wegen mocht het team komen. Het kostte echter veel moeite om geaccepteerd te worden. Nu, ruim een jaar later, waren we er getuige van dat de zendelingen hun plaats hebben ingenomen: er zijn vriendschappen ontstaan en sommigen hebben interesse in het evangelie.

Kelly, bij wie wij logeerden, geeft eens per week les over de Here God op de lokale school. Ze gebruikt daarvoor liedjes, eenvoudige geloofsbelijdenissen en bijbelgedeelten in het Sakalava, een verwant dialect. De leraren en de kinderen zijn razend enthousiast. Toen wij er waren deelde Kelly voor het eerst haar getuigenis (verhaal over hoe zij gelovig is geworden) met de kinderen. Dat was heel bijzonder.

Een ander gezin, Shawn en Angie, houdt zich veel bezig met het bieden van medische hulp en voorlichting, omdat zij beiden verplegers zijn. Jurgen was bij een voorlichting over hygiëne en het herkennen van uitdrogingsverschijnselen. Angie kwam ook nog bij Kelly langs, die een lelijke voetinfectie had opgelopen. Ook Jurgen maakte gebruik van hun medische expertise, hij ontwikkelde een oorontsteking. We hoorden dat je eerder en vaker ziek bent op het eiland en één van de gezinnen had tijdens ons bezoek ook te kampen met meerdere bacteriële infecties. Een ander gezin, dat eerder deel uitmaakte van het team, had eind vorig jaar het eiland verlaten vanwege problemen met de gezondheid.

Weer een ander gezin concentreerde zich op het vertalen en vertellen van bijbelverhalen. Het viel ons op hoe goed zij waren opgenomen in hun gemeenschap. Iedere dag ging Steve mee met de mannen naar het veld en Bekah had veel goede contacten in het dorp. Ze waren helemaal op hun plek. Een video van het verhaal over hoe Jezus een storm stilde kunt u [wp_fancybox_media hyperlink=”hier bekijken” type=”youtube” width=”640″ height=”360″ url=”https://www.youtube.com/embed/E2gjju0hcLY?version=3&autoplay=1&fs=1&rel=0″] (verteld door Steven Orner in het Antakarana).

Het team dat we bezochten is een zogenaamd TIMO-team, een team van beginnende zendelingen die – wonend onder een onbereikte bevolkingsgroep – het vak leren in theorie en praktijk. Er is een curriculum, dat wekelijks op teamdag wordt besproken en daarnaast moeten de teamleden een fors aantal uren besteden in de gemeenschap en aan taalstudie. Het curriculum leidt het team in de fasen van evangelisatie en kerkstichting. Er werd veel gesproken over hoe een kerk eruit zou moeten zien om toegankelijk te zijn voor alle mensen en wel zo, dat de kerk zich vermenigvuldigt zonder al te veel bemoeienis van de zendelingen. Het verlangen is dat de kerk echt van de mensen zelf zal zijn. Een gereedschap wat het team hoopt te gebruiken heet ‘Discovery Bible Study (DBS)’, waarbij alle aanwezigen iets kunnen opmerken over het bijbelverhaal zodat iedereen iets leert. Meer over DBS kunt u hier lezen. Het is ook te gebruiken in westerse context.

Met het team zijn we erg nieuwsgierig naar wat er de komende maanden gebeuren gaat. Meerdere eilanders hebben interesse getoond in het evangelie. De teamleden zijn begonnen met het delen van hun geloofsverhaal met hun buren en maken vorderingen met het vertalen van een verhalenset van 15 belangrijke bijbelverhalen, die gebruikt kunnen gaan worden in bovengenoemde bijbelstudiebijeenkomsten. De spreekwoordelijke lente hangt in de lucht!

We hebben veel geleerd over hoe TIMO-teams werken, over de dynamiek binnen een team en de uitdagingen en de vreugde van het deel uitmaken van een team. Maar we hebben ook ons licht opgestoken over meer praktische zaken: hoe zorg je voor schoon water voor je gezin; hoe houd je mieren, ratten en ander ongedierte op afstand en wat kun je doen om tegemoet te komen aan de nieuwsgierigheid van je buren en ook de eigen behoefte aan privacy?

Tenslotte hebben we natuurlijk ook ontzettend genoten van het leven op het eiland: de kinderen namen bijna dagelijks een duik in de oceaan; we hebben prachtige schelpen gevonden; genoten van nieuwe vriendschappen en gesmuld van de vis die ons meermalen cadeau werd gedaan. We waren er echt even uit.

Vooruitgang

Vooruitgang

We zijn blij u te kunnen laten weten dat er de laatste maand flink wat vooruitgang is geboekt qua financiën. We hebben momenteel 65% van het nodige budget binnen aan toezeggingen. Dat betekent, dat van het geld dat iedere maand nodig is wanneer we op Madagaskar zijn, 65% wordt gedekt door sponsors. Er is dus nog zo’n 25% aan toezeggingen nodig om tot een dekkingsgraad van 90% te komen. Dat is het percentage waarbij de zendingsorganisatie het verantwoord vindt om ons te laten vertrekken.

Hoe het werkt? Africa Inland Mission heeft voor ons een budget opgesteld van de kosten die – volgens ervaring – nodig zijn om te kunnen leven en werken als zendelingen op Madagaskar. De zendingsorganisatie is een stichting, die zelf ook afhankelijk is van giften. Wij krijgen dus geen loon betaald en zijn zelf verantwoordelijk voor het werven van sponsors.

U kunt eenmalig of periodiek (ieder maand / kwartaal / jaar) bijdragen aan ons zendingswerk. Uw gift is aftrekbaar voor de inkomstenbelastingen. Helpt u ons verder op weg?

Waarom zending er toe doet

Waarom zending er toe doet

Volgend jaar hopen we naar Zuid-Madagaskar te gaan om de Bara te dienen. De Bara zijn onbereikt met het evangelie, wat betekent dat er onvoldoende volgelingen van Jezus zijn en onvoldoende middelen om de eigen bevolkingsgroep bekend te maken met het goede nieuws. Wij willen er graag deel van zijn dat de Bara bereikt worden. Maar waarom eigenlijk?

Voor een christen is die vraag misschien makkelijk te beantwoorden. Als je zelf gelooft dat Jezus, door te sterven aan het kruis en op te staan uit de dood, heeft overwonnen over het kwaad wil je dit delen met anderen. Zulk geweldig nieuws houd je niet voor jezelf! Maar als je nu niet in Jezus gelooft: is zending dan verspilde energie?

Wij zijn ervan overtuigd dat wie het evangelie van Jezus brengt, met Hem nog veel meer geschenken mee draagt. Waar zendelingen werken, ziet men niet zelden een verbeterde levensstandaard. Soms komt dit door het werk van de zendelingen (denk aan de oprichting van scholen en ziekenhuizen, het slaan van putten e.d.) maar vaak ook van binnenuit. Door het aannemen van het geloof in Jezus ontstaat een vrijheid die er voorheen niet was. Een christen hoeft niet iedere dag de geestenwereld te raadplegen over zijn plannen. Een christen kan zijn angsten voor het vreemde en nieuwe laten varen. Hij heeft immers een God die daadwerkelijk zorgt! Investeren in zending, is ook investeren in vrijheid – een kostbaar goed. Lees hier het volledige artikel.

Voorbereid op weg

Voorbereid op weg

Van 13 tot en met 16 april hebben we deelgenomen aan een voorbereidingscursus voor nieuwe leden van Africa Inland Mission (AIM). We zijn daar enorm bemoedigd, vooral door het ontmoeten van andere christenen uit andere landen met hetzelfde doel voor ogen: het delen van het evangelie van Jezus in Afrika.

Er kwamen veel praktische onderwerpen aan bod, onder andere gezondheid, veiligheid, communicatie, omgaan met internationale verhuizingen en culturele verschillen. We zijn ons nog meer bewust van de offers die gevraagd worden, maar des te enthousiaster ook daadwerkelijk te gaan. Voor de kinderen liep er een parallel programma, waarvan ze erg hebben genoten.

We hebben ook de kans gehad te spreken met de personeelsdirecteur. Wij willen graag weten of we terecht kunnen in een team op Madagaskar. Het is ons duidelijk geworden dat men nog niet inhoudelijk naar ons aanbod heeft gekeken, omdat er zorgen waren omtrent de scholing van de kinderen. De lerares die werkt binnen het team kan namelijk niet nog meer kinderen onderwijzen. De regioleider is nu gemaild dat dit juist geen probleem is voor ons, omdat we zijn ingesteld op en voorbereid om de kinderen thuis te onderrichten! De personeelsdirecteur hoopt met ons dat een en ander nu spoedig duidelijk wordt en hij spant zich daartoe ten volle in.

Wordt vervolgd…