Nieuwsbrief oktober 2025

Nieuwsbrief oktober 2025

Lieve broeders, zusters en vrienden,

Bent u ook zo benieuwd wat er allemaal gebeurt hier op Madagaskar? Dat komt goed uit want hier is de nieuwsbrief, vers van de pers!

Duimen draaien of overuren maken …

De auto werd volgeladen met allerhande huisraad

Het werk op Madagaskar is niet altijd zo goed voorspelbaar. Soms lijken dingen superlangzaam te gaan en krijg je het gevoel dat je vooral zitten te wachten. Andere momenten lijkt alles in een stroomversnelling te komen en maak je overuren.

De maand oktober was zo’n typische drukke maand. De tweede groep Malagasy bijbelstudenten wilde graag een week naar Maroamboka komen. Dat zat al vanaf de maand augustus in de planning, maar werd keer op keer doorgeschoven. Nu moest het dan toch gaan gebeuren.

In dezelfde maand oktober werd er ook een nieuwe trip geplanned naar het verre zuidoosten van Madagaskar, Vangaindrano, Midongy en Befotaka. Deze reis kwam voort uit de eerdere zendingsreis naar deze gebieden van afgelopen juni 2025.

Twee reizen in één maand klinkt oké, maar op Madagaskar is dat veel!

Voorbereiding voor ontvangst

Issa was aan de beurt om met mij mee te reizen naar het dorp. We hadden de auto vol met extra huisraad, groenten en allerhande materialen. De groep zou zo goed ontvangen kunnen worden. Ook hadden we een grote hoeveelheid aan vertaalwerk mee, maar daar kom ik later nog even op terug.

Het was een logistieke uitdaging om de groep naar Maroamboka te krijgen. Het grootste deel, 7 mannen, moest helemaal vanuit het zuiden komen. Een reis van meerdere dagen met de bus. Twee jonge dames zouden uit de hoofdstad komen en halverwege verder reizen met onze vriend Jonoro. En als laatste schoof Thaddee ook aan. Thaddee was al eerder in het dorp geweest en woont redelijk dicht in de buurt.

Endrin’i Lika helpt graag met het werk van de Heer.

De twee jonge dames kwamen vooral mee om te ontdekken of het zendingswerk iets voor hen zou zijn. Van tevoren had ik Endrin’i Lika gevraagd of zij bij haar in huis mochten slapen. Endrin’i Lika hoefde er geen moment over na te denken en liet gelijk het bed zien waar ze in mochten slapen. Super luxe want wij, de mannen, zouden op een rieten matje slapen. Ach, onderscheid moet er zijn, toch?

Dag één stond in het teken van iedereen ophalen met de auto. Ik had iedereen uitgelegd waar ze uit moesten stappen. Ook had ik de mensen op die locatie verteld dat er een groep mensen zou aankomen en of zij hen dan even wilde opvangen. Dat ging niet helemaal volgens plan. Ik kwam aan op de kruising tussen de weg naar ons dorp en de hoofdweg, maar er was niemand te bekennen.

Wat was er gebeurd? De eerste groep was in een dorp tien kilometer verderop uitgestapt en groep 2 meldde dat ze pas in de middag zouden aankomen. Alleen Thaddee stapte uit op de kruising waar we hadden afgesproken.

De rit vanaf de kruising tot aan ons dorp is 17 kilometer en daar doen we zo’n 1,5 uur over. Al met al, was ik de hele ochtend zoet met mijn nieuwe hobby: Taxi-chauffeur.

Ik was nog maar kort in Maroamboka toen ik een berichtje van groep twee kreeg: ze waren aangekomen! Dus, ik kon weer naar de kruising en vandaar verder naar het dorp waar ze op me stonden te wachten.

Het was gezellig druk in en rondom het huis.

Mengelmoes van dialecten

Het was een gezellige kakofonie van dialecten in ons huis in Maroamboka. De groep was een verzameling van mensen uit alle windstreken van Madagaskar met ieder zijn eigen dialect, Mahafaly, Vezo, Merina, Tsimihetsy, Anosy, Antemoro enz. De rest van de middag stond dus in het teken van het leren van het dialect in ons gebied, Antanala.

Hier gebruikte de groep ons vertaalwerk, met name de bijbelverhalen. Regelmatig werd mij gevraagd wat een woord of zin betekende en hoe het uitgesproken moest worden.

De groepen gaan er voor!

Het vertaalde materiaal werd gebruikt om het dialect te leren.

De volgende morgen ging de groep in kleinere groepjes op weg naar de omringende dorpen. Thaddee ging met zijn groepje terug naar de dorpen waar hij afgelopen juni ook geweest was. De andere twee groepjes heb ik met de auto naar verder afgelegen dorpen gebracht. Dat kon want de weg was droog en hard. Anders hadden ze moeten lopen, maar dat kost makkelijk 2 á 3 uur. Nu konden we dat in een uurtje doen.

De weg naar Maroamboka is zelfs met droog weer een uitdaging, maar het ging Issa goed af.

Het was gelijk een mooie gelegenheid om Issa te leren hoe je op dit soort wegen moet rijden. Hij wilde dit al heel lang leren en nu was het zo ver! Het ging prima. Alle extra (4×4) versnellingen in de auto verwarde hem niet en na twee ritjes kon ik gewoon lekker achterover zitten en voor de verandering genieten van het uitzicht.

Lokale christenen helpen

De groepjes kregen hulp van de lokale christenen in en rond Maroamboka. Dat is belangrijk want de mensen in de dorpen zijn over het algemeen erg wantrouwend richting vreemdelingen. Endrin’i Lika, endrin’i Leva, Sarobidy, Cilarisy, iaban’i Mainty en Iaban’i Bosila waren de gidsen die met hen mee gingen en de groep voorstelde aan de mensen.

Het is erg bemoedigend om te zien dat ze geen moment twijfelde toen we ze vroegen om te helpen! Bemoedigend voor ons maar ook voor de lokale kerkjes. Ze zien nu dat het werk dat wij zo veel jaren hebben gedaan óók door henzelf gedaan kan worden. Daar heb je niet persé een dominee of zendeling voor nodig.

De laatste avond was erg gezellig

Satan zit niet stil

We hebben u al vaak verteld over de donkere kanten van ons gebied. Voorouder verering en het vereren van geesten zit diep geworteld in de cultuur. Toverdokters zijn niet zomaar een verzinsel uit the Lord of the Rings of Harry Potter. Nee, de omgeving van Maroamboka telt gemakkelijk 15 toverdokters, waarvan sommige bekend staan dat ze mensen hebben vervloekt met als gevolg dat deze stierven.

Het zijn taferelen die we alleen kennen vanuit de Bijbelse verhalen, maar waarvan we vaak denken dat het iets was van vroeger. Niet op Madagaskar.

De eerste dag dat de groepen onderweg waren kwam er een dame naar ons huis of er niet een groep mee wilde komen want er waren meerdere mensen heel ziek. Met ‘ziek’ kan van alles bedoeld worden, maar in dit geval ging het om demonie. De groep van Thaddee was net terug van een vermoeiende dag en toch twijfelde ze geen moment.

Enkele van de groep gingen met de dame mee. Issa en ik ook en wat we zagen was allerminst prettig. De zieke was een dame van in de twintig. Ze lag op de grond. Drie dagen eerder was ze nog volledig gezond, maar nu kon ze behalve grommen niets meer. Ze was verlamd in de benen. Tijdens het gebed begon ze te schoppen en te slaan en zelfs allerlei gymnastische houdingen aan te nemen … Houdingen waar een geoefende gymnast nog wat van zou kunnen leren.

Maar ja, Groter is Hij die in u is, dan die in de wereld is… “ (1 Johannes 4:4). Na veel protest vertrokken de demonen. Na een uur was de rust volledig teruggekeerd. Toen de jonge dame weer wat kon praten werd er afgesproken om haar onder toezicht van Endrin’i Lika te stellen. Endrin’i Lika zal haar over de Here Jezus onderwijzen zodat de dame Hem kan gaan volgen. Dit is belangrijk want de Here Jezus leert on ook dat als de boze geest is weggestuurd, deze weer probeert terug te komen. Als de bevrijde persoon dan ‘leeg’ blijkt te zijn—dus niet gevuld met God’s Geest—de geest weer vrolijk zijn intrek zal nemen.

De groep is de volgende dag verder gegaan met de overige ‘zieke’ mensen. Ze zijn allemaal op gelijke wijze bevrijd! Prijs de Heer!

Waarom deel ik dit?

God’s woord maakt mensen werkelijk vrij. Dit is Diana, ze heeft lang geleden haar leven al aan Jezus gegeven.

Waarom kon ik het niet even bij iets luchtigs houden?

Het is eenvoudig omdat dit aangeeft dat we op dit moment een enorme geestelijk strijd gaande zien in en rond om Maroamboka. Elke keer dat we weer in Maroamboka komen horen we nieuwe berichten over mensen die de voorouderverering achter zich hebben gelaten om Jezus te gaan volgen. Het brengt een grote bevrijding voort. Niet langer hoeven deze mensen bang te zijn dat ze gestraft worden door de voorouders als ze bijvoorbeeld een keer groenten willen verbouwen in plaats van rijst. Niet langer hoeven ze dure geschenken aan de toverdokter te geven in de hoop dat deze de geesten raadpleegt over bepaalde zaken. Niet langer hoeven ze zich te houden aan de beklemmende taboes die hen waren opgelegd door de voorouders.

We zien het bevrijdende werk van de Here Jezus Christus in actie! En dit is slecht nieuws voor de boze, maar ook voor de toverdokters. De eerste ziet dat mensen gered worden voor de eeuwigheid en de tweede ziet zijn lucratieve zaakjes ten gronden gaan. Nergens is het contrast zo groot als hier. Mensen komen los van een wereld vol angst en leren de vrijheid kennen die alleen te vinden is in het Evangelie. De woorden van Jezus worden werkelijkheid:

Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem Mijn juk op u, en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel; want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht. (Mattheüs 11:28-30)

Lees hier meer over de gevolgen van mensen die breken met de voorouderverering:

https://www.jurgenenkatja.nl/nl/waarom-zending-er-toe-doet/

Lukas, Handelingen en 41 verhalen

Oliva maakt graag gebruik van het vertaalwerk. Hij heeft mooie plannen om het gebied rondom hun woonplaats te bereiken met het Evangelie.

Even terug naar de auto vol met dozen vertaalwerk. Terwijl Issa en ik op weg waren naar het dorp hebben we de tijd genomen om voorgangers te bezoeken. Eén voorganger hadden we nog nooit gesproken. Hij woont in Irondro, een plaats langs de hoofdweg richting ons dorp. De mensen in deze plaats kennen ons omdat we hier al vele jaren langs komen als we naar het dorp gaan. De laatste keer heb ik er al boekjes uitgedeeld en had ik beloofd dat ik de volgende keer meer zou meenemen.

Toen we aankwamen stonden de mensen al snel bij de auto want die belofte waren ze nog niet vergeten. In plaats van zelf uitdelen vroeg ik ze om me naar de plaatselijk voorganger te brengen. Ze brachten ons bij Olivier Haja, de voorganger van de Rhema kerk. Olivier wist van ons en hij had de boekjes al gezien. Het was leuk om zijn verbazing te zien toen ik de dozen aan hem gaf. 220 stuks Lukas evangeliën, 220 stuks Handelingen der apostelen, en 220 verhalen boekjes, negen dozen in totaal.

Graag nam hij ze in ontvangst. “Gratis??” Vroeg hij… Ja! Op de voorwaarde dat ze nuttig gebruikt zouden worden. Nou, dat was niet tegen dovemansoren. Hij gaat regelmatig het afgelegen gebied rondom Irondro in om het Evangelie te delen. De mensen daar verstaan weinig van het officiële Malagasy. Daar ging hij deze boekjes gebruiken! Of we wilden blijven eten? Jammer genoeg moesten Issa en ik nog iemand anders bezoeken, maar we hielden ons warm aanbevolen voor de volgende keer.

De tweede voorganger was onze vriend Oliva. Oliva heeft gediend in ons gebied en dient nu een FJKM kerk dicht bij de hoofdweg richting ons dorp. Ook Oliva gaat regelmatig het gebied in om het Evangelie te delen. Ook daar is het hetzelfde verhaal: men verstaat maar weinig van de officiële Malagasy taal.

Oliva en zijn vrouw wisten dat we zouden komen! Toen wij afgelopen jaar in nederland waren hebben ze een dochtertje gekregen. Ze wilde haar maar al te graag aan ons laten zien! Het heerlijk om elkaar weer, na zo’n lange tijd, te zien. We mochten Oliva en zijn vrouw 9 dozen vertaalwerk overhandigen. Snel werden er verschillende gemeenteleden opgetrommeld zodat de overhandiging op de officiële manier kon gebeuren.

Oliva vertelde dat hij graag hulp zou krijgen bij het evangeliseren in het achterliggende gebied. Als antwoord daarop heb ik later in de week Jonoro naar hem toegebracht zodat zij samen konden nadenken hoe die hulp er dan uit zou zien.

Het is zo mooi om te zien dat het vertaalwerk nu dan toch langzamerhand zijn weg gaat vinden naar de mensen in de onbereikte gebieden. We zijn zo dankbaar dat er nu ook voorgangers, zoals Oliva en Olivier Haja zijn die er graag gebruik van maken.

De boekjes werden met gezang aangenomen

Vangaindrano, Midongy & Befotaka

In de nieuwsbrief van juni vertelde we dat ik met Wouter van Holst op een verkenningsmissie naar de zeer afgelegen valleien van Midongy & Befotaka waren geweest. De stammen (Antaisaka & Bara) die daar wonen spreken een ander dialect dan dat wat wij spreken. Toch lukte het aardig om het Evangelie uit te leggen. Diverse dorpen hadden aangegeven dat ze graag meer horen over Jezus en inmiddels, hebben verschillende dorpen een maand lang een bijbelleraar ontvangen.

Mattheüs 9:37-38 – De oogst is wel groot, maar er zijn weinig arbeiders. Bid daarom tot de Heere van de oogst dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitzendt.

Deze bijbelleraren moesten meerdere dagen lopen om de dorpen te bereiken. Eenmaal in hun dorp hebben ze 28 dagen lang onderwijs gegeven. Een heel bijzondere en mooie onderneming. Ze kwamen terug uit het gebied met bemoedigende verhalen. Sommige dorpen waren begonnen met hun eigen kerkdiensten. Andere dorpen hebben verschillende mensen naar Vangaindrano gestuurd waar ze verder opgeleid worden om een kerk te leiden.

Wat een feest! Zowel Siemen als Dani mochten voorin zitten tijdens de vlucht.

Afgelopen oktober had Wouter weer een missie gepland. Deels om te horen hoe dit bezoek was ervaren door de dorpelingen, en deels om nieuwe dorpen te bezoeken. Wouter had mij weer uitgenodigd om mee te komen. Maar, nu komt het! De helikopter van Helimission had zitplaatsen over. Na wat overleg mochten Siemen en Dani ook mee naar Vangaindrano! Terwijl wij de dagen besteedde aan het bezoeken van de dorpen in de valleien, konden Siemen en Dani lekker spelen met de kinderen van Wouter en Sanne. Wat een feest!

De bezoekjes aan de dorpen waren weer zeer bijzonder. Inmiddels weet ik aardig welke verschillen er in de dialecten zitten en valt het praten in het Bara of Antaisaka me niet zo zwaar meer. Samen met een jonge bijbelstudent, Braco, besprak ik het evangelie met de volwassenen, terwijl Wouter met zijn Malagasy hulp, Willy, de kinderen voor hun rekening nam.

De bijbelverhalen kwamen tot leven toen de mensen de Jezus film zagen.

We kwamen ook terug in een dorp waar ik de mensen voor de grap geleerd had hoe ze moesten groeten in het Antanala dialect. Ze waren het niet vergeten. Een groepje jonge meiden zagen me voorbij lopen en riepen: “Akory lahaly iaban’i Vanya!” (Goedemorgen vader van Vanya). In dit grotere dorp hebben we de nacht doorgebracht. Nick, de piloot, had een beamer meegebracht en toen het donker was hebben we samen met de dorpelingen de Jesus film gekeken. De reacties waren bijzonder en voor velen werden de Bijbelverhalen nu helemaal duidelijk.

Bid voor onze nieuwe broeders en zusters in deze valleien. Het valt niet mee om Jezus te willen volgen terwijl de familie bang is dat er straf van de voorouders komt. Ook de vele toverdokters zitten niet te wachten op nog meer christenen.

Andere (lopende) zaken

Inmiddels lopen we weer richting het nieuwe jaar. Behalve allerlei feestelijkheden betekent dit ook dat het examenjaar voor Issa snel dichterbij komt. We hopen in april richting Nederland te komen zodat hij zijn examens kan gaan doen. Ondertussen betekent dit wel dat hij veel tijd moet besteden aan zijn schoolwerk. Abbey zal komend jaar alvast examen doen in Engels en wiskunde. U begrijpt dat Katja overuren draait om hen zo goed mogelijk te helpen bij het studeren. U gebed wordt op prijs gesteld!

Ja, we zijn ook nog bezig met de vertaling van het boek Genesis. Dat is een hoop werkt omdat het taalgebruik in Genesis heel anders is dan in de Nieuwtestamentische boeken. Hoofdstuk 1 tot en met 6 heb ik gedigitaliseerd en zijn klaar om voor de tweede keer gecontroleerd te worden. Het werk lijkt niet zo erg op te schieten omdat het moeilijk is om nieuw materiaal van Menja (onze vertaler) aangeleverd te krijgen. Hopelijk heb ik bij een volgend bezoek aan ons dorp wat meer tijd om hem ‘achter zijn vodden aan te zitten.’ Maar ja, ook hij moet hard werken om alle eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Dat snap ik best.

Tot slot spelen we nog met de gedachten om ergens in november of december af te reizen naar Ikongo. Dit is het hart van het Antanala gebied en het zou zo mooi zijn als ons vertaalwerk ook daar ingezet kan worden. Ikongo ligt op zo’n 90 kilometer van de hoofdweg af en de laatste berichten waren dat die 90 kilometer ongeveer 8 uur zou kosten met een stevige 4×4 auto…. Ja, dat is iets meer dan 11 kilometer per uur!! We hebben daar al contacten en die hebben aangegeven dat ze graag de boekjes ontvangen. We zullen zien of dat een beetje te doen is.

Lieve vrienden,

We hopen dat u na het lezen van deze brief, net als wij, ook uitziet naar wat de toekomst gaat brengen. We kunnen plannen maken maar één ding weten we zeker: “wat de Heer van plan is, gebeurt.” (Spreuken 19:21)

We voelen ons bevoorrecht dat we zo veel steun krijgen in ons werk.

Bedankt voor uw gebed, medeleven, en ondersteuning! Samen met
jullie willen we op de Heer blijven vertrouwen! Want God is goed,
altijd! En altijd is God goed!

We wensen u van harte Gods zegen toe!

Katja & Jurgen

Issa, Abbey, Dani en Siemen Hofmann (en vanuit Nederland, Vanya)

Dankbaar zijn we, omdat:

  • we een grote en machtige God dienen;
  • de lokale christenen in en rond Maroamboka enthousiast helpen met evangelisatie;
  • de dorpen in Midongy en Befotaka bereikt worden;
  • de voorgangers Oliva en Olivier Haja het vertaalwerk graag gebruiken voor hun werk.

Bid voor/dat

  • onze financiële stand weer op peil komt;
  • het vertaalwerk en verspreiding;
  • het vertaalwerk van het boek Genesis;
  • de plannen om misschien naar Ikongo te reizen;
  • Issa en Abbey’s voorbereidingen voor hun examens;
  • dat Katja, tussen het lesgeven, de nodige rust zal vinden.

Foto’s van de groep in Maroamboka

Foto’s van de trip naar Vangaindrano, Midongy en Befotaka

Studiereis – en wat voor één!

Studiereis – en wat voor één!

We zijn net terug van een maand reizen – en wat voor een maand! Toen de leider van een team zendelingen op een eilandje in het noorden aangaf dat we welkom waren om te komen kijken, gingen we daar gretig op in: een prachtkans om van dichtbij mee te maken hoe het is om te leven onder eenvoudige omstandigheden onder één van de onbereikte bevolkingsgroepen van Madagaskar. En inderdaad: we hebben ontzettend veel geleerd en ervaren. Voor een videoverslag van 18 minuten kunt u kijken op onze multimediapagina.

Het eiland dat we hebben bezocht heet Nosy Mitsio en biedt een thuis aan zo’n 2000 mensen. De eilanders wonen in kleine dorpen en leven van de visserij, houden melkkoeien en verbouwen rijst, kokosnoten, bananen en enkele andere soorten fruit. De mensen wonen in hutten op palen. Voorouderverering en ‘tromba’s’, ceremonies waarbij geesten worden opgeroepen, spelen een belangrijke rol in hun leven. De Antakarana zijn op Nosy Mitsio terecht gekomen toen ze op de vlucht waren voor een kwaadaardige Merina-koningin, zo’n 200 jaren geleden. Er is nog steeds een diepgewortelde haat tegen de Merina, die in en rond Tana wonen.

Eerst waren de eilanders niet zo happig op de komst van de zendelingen. De voorouders werd om raad gevraagd en na veel wikken en wegen mocht het team komen. Het kostte echter veel moeite om geaccepteerd te worden. Nu, ruim een jaar later, waren we er getuige van dat de zendelingen hun plaats hebben ingenomen: er zijn vriendschappen ontstaan en sommigen hebben interesse in het evangelie.

Kelly, bij wie wij logeerden, geeft eens per week les over de Here God op de lokale school. Ze gebruikt daarvoor liedjes, eenvoudige geloofsbelijdenissen en bijbelgedeelten in het Sakalava, een verwant dialect. De leraren en de kinderen zijn razend enthousiast. Toen wij er waren deelde Kelly voor het eerst haar getuigenis (verhaal over hoe zij gelovig is geworden) met de kinderen. Dat was heel bijzonder.

Een ander gezin, Shawn en Angie, houdt zich veel bezig met het bieden van medische hulp en voorlichting, omdat zij beiden verplegers zijn. Jurgen was bij een voorlichting over hygiëne en het herkennen van uitdrogingsverschijnselen. Angie kwam ook nog bij Kelly langs, die een lelijke voetinfectie had opgelopen. Ook Jurgen maakte gebruik van hun medische expertise, hij ontwikkelde een oorontsteking. We hoorden dat je eerder en vaker ziek bent op het eiland en één van de gezinnen had tijdens ons bezoek ook te kampen met meerdere bacteriële infecties. Een ander gezin, dat eerder deel uitmaakte van het team, had eind vorig jaar het eiland verlaten vanwege problemen met de gezondheid.

Weer een ander gezin concentreerde zich op het vertalen en vertellen van bijbelverhalen. Het viel ons op hoe goed zij waren opgenomen in hun gemeenschap. Iedere dag ging Steve mee met de mannen naar het veld en Bekah had veel goede contacten in het dorp. Ze waren helemaal op hun plek. Een video van het verhaal over hoe Jezus een storm stilde kunt u [wp_fancybox_media hyperlink=”hier bekijken” type=”youtube” width=”640″ height=”360″ url=”https://www.youtube.com/embed/E2gjju0hcLY?version=3&autoplay=1&fs=1&rel=0″] (verteld door Steven Orner in het Antakarana).

Het team dat we bezochten is een zogenaamd TIMO-team, een team van beginnende zendelingen die – wonend onder een onbereikte bevolkingsgroep – het vak leren in theorie en praktijk. Er is een curriculum, dat wekelijks op teamdag wordt besproken en daarnaast moeten de teamleden een fors aantal uren besteden in de gemeenschap en aan taalstudie. Het curriculum leidt het team in de fasen van evangelisatie en kerkstichting. Er werd veel gesproken over hoe een kerk eruit zou moeten zien om toegankelijk te zijn voor alle mensen en wel zo, dat de kerk zich vermenigvuldigt zonder al te veel bemoeienis van de zendelingen. Het verlangen is dat de kerk echt van de mensen zelf zal zijn. Een gereedschap wat het team hoopt te gebruiken heet ‘Discovery Bible Study (DBS)’, waarbij alle aanwezigen iets kunnen opmerken over het bijbelverhaal zodat iedereen iets leert. Meer over DBS kunt u hier lezen. Het is ook te gebruiken in westerse context.

Met het team zijn we erg nieuwsgierig naar wat er de komende maanden gebeuren gaat. Meerdere eilanders hebben interesse getoond in het evangelie. De teamleden zijn begonnen met het delen van hun geloofsverhaal met hun buren en maken vorderingen met het vertalen van een verhalenset van 15 belangrijke bijbelverhalen, die gebruikt kunnen gaan worden in bovengenoemde bijbelstudiebijeenkomsten. De spreekwoordelijke lente hangt in de lucht!

We hebben veel geleerd over hoe TIMO-teams werken, over de dynamiek binnen een team en de uitdagingen en de vreugde van het deel uitmaken van een team. Maar we hebben ook ons licht opgestoken over meer praktische zaken: hoe zorg je voor schoon water voor je gezin; hoe houd je mieren, ratten en ander ongedierte op afstand en wat kun je doen om tegemoet te komen aan de nieuwsgierigheid van je buren en ook de eigen behoefte aan privacy?

Tenslotte hebben we natuurlijk ook ontzettend genoten van het leven op het eiland: de kinderen namen bijna dagelijks een duik in de oceaan; we hebben prachtige schelpen gevonden; genoten van nieuwe vriendschappen en gesmuld van de vis die ons meermalen cadeau werd gedaan. We waren er echt even uit.

Verslag eerste weken

Verslag eerste weken

ABO (Africa Based Orientation)
Na een 8 uur durende vlucht kwamen we op zaterdag 10 oktober even na 8 uur ’s avonds veilig aan in Nairobi. Na aankomst hebben we 3 nachten gelogeerd in het gastenhuis van AIM in Nairobi om vervolgens op dinsdag 13 oktober door te reizen naar Nakuru voor de conferentie.

We waren niet alleen! Totaal 22 volwassen en 28 kinderen—allemaal bereid om de Heer te dienen op heel verschillende plaatsen. Om de foto rechts beter te bekijken kunt u er op klikken. We hebben de eerste week stilgestaan bij de Afrikaanse cultuur en waarden. Een en ander werd gepresenteerd door een Afrikaan die jaren in Engeland heeft gewoond en zodoende ook de westerse cultuur en waarden begrijpt. Het was ook erg goed om te praten met de andere zendelingen waarvan sommige al meerdere maanden of jaren op het zendingsveld aanwezig waren. We hebben veel van elkaar geleerd.

Andere onderwerpen die aan bod kwamen waren het Afrikaanse wereldbeeld, veiligheid en gezond leven… Wat te doen als je gebeten wordt door een slang of wat zijn de symptomen van bepaalde parasieten. De laatste week hadden we het over hoe je als zendeling werkelijk verschil kunt maken en verdiepten we ons in wereldreligies.

Bezoek lokale kerk
De drie zondagen werden benut om plaatselijke kerken te bezoeken. Wij waren ingedeeld in een kleine AIC (Africa Inland Church). De eerste zondag hebben we ons voorgesteld en heeft Jurgen kort verteld hoe hij tot geloof is gekomen. Onze namen zijn minder makkelijk uit te spreken dus werd Jurgen al snel ‘babba Isaiah’ en Katja ‘mamma Isaiah’ (naar onze oudste zoon Issa, wat Swahili is voor Jesaja) genoemd. Gasten, met name mzungus (witte man), komen er niet zo makkelijk vanaf. Jurgen moest de week er op maar even de woordverkondiging doen en Katja had vast wel ideeën voor de zondagsschool.

Na de kerkdiensten werden we uitgenodigd om bij iemand thuis te eten. Dat was een hele ervaring. Onze handen werden door de gastvrouw gewassen en daarna werd het eten opgediend. Wat ons opviel was dat men trots was op hun bezitting en dat ze geen enkel probleem hadden met het fotograferen daarvan. De laatste zondag werden we uitgenodigd bij één van de ouderlingen thuis. Dit was wat verder weg dus mochten we de auto van de voorganger lenen. Of Jurgen die wilde besturen… Geen stuurbekrachtiging, geen handrem, remblokken zo goed als versleten, koppeling… euh, gewoon een beetje harder duwen. En dan de weg! Wauw, autocross trajecten zijn er niets bij. Maar goed, ze wilde ons de wandeling besparen want dat zijn mzungus niet gewend. De andere leiders van de kerk kwamen 40 minuten later aan met de boodschap dat de wandeling goed voor hen was. De terugweg bestuurde de voorganger de auto zelf. Zijn kinderen reden ook gelijk mee. Tien mensen passen toch makkelijk in zo’n auto? In Afrika wel.

Hoe vonden de kinderen het?
Vanya had het erg naar haar zin. Zo verteld ze dat ze allerlei knutsletjes maakte met betrekking op de Afrikaanse culturen. Ook vond ze het interessant om te leren wat ze wel en wat ze niet moeten doen. Zo is het in de Afrikaanse cultuur niet gebruikelijk dat kinderen de oudere mensen recht aankijken. Ook het zomaar aanspreken van een oudere is niet gebruikelijk. Vanya zegt dat ze blij is om dat al vast maar te weten.

Issa: ‘Er was een heel leuke speeltuin en het eten was lekker. Ik heb ook nieuwe vrienden gemaakt. We hebben geleerd over 14 verschillende dieren en landen.’

Abbey: ‘Ik vond het leren over andere landen leuk. Ook het doen van projecten was leuk. De tussendoortjes waren lekker en we deden ook spelletjes.’

Dani: ‘Juf heeft een boekje gegeven en dat was alles van ABO.’

Siemen: ‘…. ‘

Antananarivo (Tana), Madagaskar
Op vrijdag 6 november zijn we doorgereisd naar onze bestemming Tana, Madagaskar. We hebben het hier goed en gaan morgen even een wandeling maken over de plaatselijke markt. De kinderen genieten van het spelen met hun nieuwe vriendjes.

We proberen zo nu en dan te filmen. Als de elektriciteit en het internet het toestaan zullen we de filmpjes uploaden zodat u het kunt bekijken op onze multimedia pagina.

Taalstudie en introductie
We doen ons best om het Malagasy te leren. Dat gaat nog niet zomaar. Hoewel ik (Jurgen) geen Frans gehad heb op school kan ik toch aardig volgen wat Katja zegt. Dit komt omdat we overeenkomsten hebben in taal. Deze overeenkomsten heeft het Malagasy niet. Geen enkel kapstok om bepaalde woorden of zinnen aan op te hangen en geen enkele overeenkomst met de westerse grammatica. We doen gewoon ons best en dat loont want sommige woorden en zinnen lukken al een beetje. Woorden zoals ‘goede dag’ (manao hoana), ‘goede dag’ , ‘sorry’ (azafat) en ‘bedankt’ (misaotra anao). Zinnetjes als ‘mijn naam is…’, ‘wat is jou naam?’ en ‘hoe gaat het met je?’, enzovoorts. We vinden het leuk om de nieuwe taal de oefenen en spreken maar het is wel vermoeiend.

Als het goed is komt Anna Jarmy (interim leidster AIM Madagaskar) deze week bij ons langs om een programma met ons op te zetten. Het overgrote deel zal bestaan aan structurele taaloefeningen. We gaan kijken of we een taalhelper kunnen krijgen zodat het één en ander wat sneller gaat. Anna wil ook nog kijken of we een paar dagen bij een Malagasy gezin kunnen verblijven. Dit zodat we de cultuur en het gezinsleven beter gaan begrijpen. Anna heeft al wel gezegd dat het nog niet zo eenvoudig is om een gezin te vinden die zeven mensen kan bergen… We wachten het af.

Visa
We zijn nu vooral bezig om ons tijdelijke visum om te zetten naar een werkvisum. Dit is nog niet zo eenvoudig. We spreken nog geen Malagasy, en Frans wordt moeilijk begrepen (terwijl men dit toch op school geleerd zou hebben). Gelukkig kunnen we hulp krijgen van Parany. Deze man werkt op het AIM kantoor en spreekt aardig Engels. Toch proberen we zoveel mogelijk zelf te doen… Dat is leuk en het helpt bij het ‘inburgeren’. Alleen al de wandeling naar de diverse kantoortjes is een belevenis. De Malagsy begroeten in eerste instantie met ‘bonjour’ maar zijn blij verrast als ze dan in ene ‘Manao Hoana’ of ‘Salama’ te horen krijgen! Nadat al het voorbereidende werk gedaan is geven we de rest van de aanvraag uit handen. Roland is een man die de visa meestal regelt. Hij staat goed bekend bij de grotere kantoren en wordt niet snel van het kasje naar de muur gestuurd.

Eten
Eten kopen is ook leuk. Heerlijke mango’s voor maar € 0,08 per stuk en stokbrood voor maar € 0,11. Er is van alles te koop in de kraampjes. Van de week hadden we 1 kilo tomaten, 1 kilo wortels en zo’n 400 gram sperziebonen voor maar 2400 Ariary (€ 0,67). Andere dingen zijn weer moeilijker te verkrijgen. Volkorenbrood of andere volkoren producten kunnen alleen in de supermarkt gekocht worden. Daar betaal je dan ook gelijk een stuk meer voor.

Andere cultuur!
Dat we in een andere cultuur zijn aanbeland is wel duidelijk. We hebben al twee keer spontaan bezoek gehad. Dat betekend dat je alles even neerlegt en koffie gaat maken. Koekjes erbij en kletsen maar. Dat laatste is natuurlijk minder eenvoudig maar doordat we de simpele regels van de cultuur volgen brengen we het er toch goed vanaf. De schaal met koekjes staat op tafel en nadat we de gasten eerst aanbieden nemen we zelf. Natuurlijk moeten de koekjes wel op! Iets dat de kinderen niet erg vinden. Later in de week gingen Vanya en Jurgen op bezoek. Er stonden zes glazen op tafel dus waar waren de andere gezinsleden? Na uitgelegd te hebben dat Katja en de andere kinderen wel heel moe waren en dat Jurgen daarom besloten had om alleen de oudste mee te nemen was er een algemene instemming en opluchting. Instemming omdat Jurgen de oudste (Vanya) als vertegenwoordiger had meegenomen en opluchting omdat het dus niet aan de gastheer lag. Op Madagaskar is, in tegenstelling tot Kenia, het oudste kind belangrijk. Werden we in Kenya ‘vader of moeder van Issa’ genoemd, hier worden we ‘dadda/mamma nie Vanya’ (vader of moeder van Vanya) genoemd.

Als u wilt weten wat nu de grootste verschillen zijn in cultuur dan kunnen we u Sarah A. Lanier’s boekje, ‘Foreign to Familiar’ (te verkrijgen via o.a. Amazon) aanraden. Sarah heeft elf jaar in Nederland gewoond en kan daardoor heel goed uitleggen, met Nederland als prima contrast, wat de verschillen zijn vergeleken met warmere landen.

Het is leuk om alles dat we geleerd hebben over culturen nu ook écht te zien gebeuren. Tegelijkertijd zijn we aan het eind van de dag vreselijk moe. Het einde van de dag is hier rond 18:00, dan is het donker en het wordt ’s ochtends om 05:20 weer licht. Ons ritme is dus veranderd. We staan rond 06:00 op en gaan rond 20:30/21:00 naar bed.

We zouden nog veel meer kunnen vertellen maar dat bewaren we voor een volgende keer.

We wensen u Gods rijke zegen toe of wel ‘Andriamanitra ny fitahian’.

Andere startlocatie

Andere startlocatie

De afgelopen maand is een enerverende geweest voor ons. We kregen te horen dat bij nader inzien het team in Betroka voorlopig geen nieuwe zendelingen kan opnemen. Dat was een harde klap voor ons. We hebben begrepen dat de teamleiders gevoelen dat zij op het moment geen voldoende begeleiding kunnen geven aan nieuwkomers, omdat de huidige teamleden en de situatie ter plekke al veel van hen vragen. Dit was een grote teleurstelling voor ons.

Gelukkig is er een oplossing gevonden die ons op het lijf lijkt geschreven. De AIM leiding die het werk op Madagaskar overziet, heeft ons aangeboden eerst naar de hoofdstad, Antananarivo (Tana) te komen. Daar gaan we deel uitmaken van een team dat plaatselijke christenen opleidt tot zendelingen onder onbereikte bevolkingsgroepen op Malagassische bodem. Onderwijl gaan we de taal leren, ons verdiepen in de cultuur en in de visie en strategieën van AIM Madagaskar.

Er zijn nog veel onbereikte bevolkingsgroepen op Madagaskar, vooral in het zuiden waar ook de Bara wonen. AIM is bezig deze bevolkingsgroepen in kaart te brengen en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om hen te bereiken. De bedoeling is dat wij vanuit de hoofdstad ook verschillende reizen gaan maken naar onbereikte bevolkingsgroepen om hierbij te helpen. Zo de Heer wil worden wij vervolgens betrokken bij het opzetten van een nieuw team onder een onbereikte bevolkingsgroep.

Het vooruitzicht betrokken te mogen zijn bij de opleiding van plaatselijke christenen tot zendelingen en op termijn – zo mogelijk – bij het opzetten van een nieuw team onder een onbereikte bevolkingsgroep vervult ons met dankbaarheid. Wij zien verwachtingsvol uit naar het dienen op Madagaskar.

De wens is geuit dat wij in januari 2015 aansluiten bij het team in Tana. Het is dan ook erg belangrijk dat we op korte termijn voldoende financiële supporters hebben. Wilt u helpen dit mogelijk te maken? Hartelijk dank daarvoor.