Studiereis – en wat voor één!

Studiereis – en wat voor één!

We zijn net terug van een maand reizen – en wat voor een maand! Toen de leider van een team zendelingen op een eilandje in het noorden aangaf dat we welkom waren om te komen kijken, gingen we daar gretig op in: een prachtkans om van dichtbij mee te maken hoe het is om te leven onder eenvoudige omstandigheden onder één van de onbereikte bevolkingsgroepen van Madagaskar. En inderdaad: we hebben ontzettend veel geleerd en ervaren. Voor een videoverslag van 18 minuten kunt u kijken op onze multimediapagina.

Het eiland dat we hebben bezocht heet Nosy Mitsio en biedt een thuis aan zo’n 2000 mensen. De eilanders wonen in kleine dorpen en leven van de visserij, houden melkkoeien en verbouwen rijst, kokosnoten, bananen en enkele andere soorten fruit. De mensen wonen in hutten op palen. Voorouderverering en ‘tromba’s’, ceremonies waarbij geesten worden opgeroepen, spelen een belangrijke rol in hun leven. De Antakarana zijn op Nosy Mitsio terecht gekomen toen ze op de vlucht waren voor een kwaadaardige Merina-koningin, zo’n 200 jaren geleden. Er is nog steeds een diepgewortelde haat tegen de Merina, die in en rond Tana wonen.

Eerst waren de eilanders niet zo happig op de komst van de zendelingen. De voorouders werd om raad gevraagd en na veel wikken en wegen mocht het team komen. Het kostte echter veel moeite om geaccepteerd te worden. Nu, ruim een jaar later, waren we er getuige van dat de zendelingen hun plaats hebben ingenomen: er zijn vriendschappen ontstaan en sommigen hebben interesse in het evangelie.

Kelly, bij wie wij logeerden, geeft eens per week les over de Here God op de lokale school. Ze gebruikt daarvoor liedjes, eenvoudige geloofsbelijdenissen en bijbelgedeelten in het Sakalava, een verwant dialect. De leraren en de kinderen zijn razend enthousiast. Toen wij er waren deelde Kelly voor het eerst haar getuigenis (verhaal over hoe zij gelovig is geworden) met de kinderen. Dat was heel bijzonder.

Een ander gezin, Shawn en Angie, houdt zich veel bezig met het bieden van medische hulp en voorlichting, omdat zij beiden verplegers zijn. Jurgen was bij een voorlichting over hygiëne en het herkennen van uitdrogingsverschijnselen. Angie kwam ook nog bij Kelly langs, die een lelijke voetinfectie had opgelopen. Ook Jurgen maakte gebruik van hun medische expertise, hij ontwikkelde een oorontsteking. We hoorden dat je eerder en vaker ziek bent op het eiland en één van de gezinnen had tijdens ons bezoek ook te kampen met meerdere bacteriële infecties. Een ander gezin, dat eerder deel uitmaakte van het team, had eind vorig jaar het eiland verlaten vanwege problemen met de gezondheid.

Weer een ander gezin concentreerde zich op het vertalen en vertellen van bijbelverhalen. Het viel ons op hoe goed zij waren opgenomen in hun gemeenschap. Iedere dag ging Steve mee met de mannen naar het veld en Bekah had veel goede contacten in het dorp. Ze waren helemaal op hun plek. Een video van het verhaal over hoe Jezus een storm stilde kunt u [wp_fancybox_media hyperlink=”hier bekijken” type=”youtube” width=”640″ height=”360″ url=”https://www.youtube.com/embed/E2gjju0hcLY?version=3&autoplay=1&fs=1&rel=0″] (verteld door Steven Orner in het Antakarana).

Het team dat we bezochten is een zogenaamd TIMO-team, een team van beginnende zendelingen die – wonend onder een onbereikte bevolkingsgroep – het vak leren in theorie en praktijk. Er is een curriculum, dat wekelijks op teamdag wordt besproken en daarnaast moeten de teamleden een fors aantal uren besteden in de gemeenschap en aan taalstudie. Het curriculum leidt het team in de fasen van evangelisatie en kerkstichting. Er werd veel gesproken over hoe een kerk eruit zou moeten zien om toegankelijk te zijn voor alle mensen en wel zo, dat de kerk zich vermenigvuldigt zonder al te veel bemoeienis van de zendelingen. Het verlangen is dat de kerk echt van de mensen zelf zal zijn. Een gereedschap wat het team hoopt te gebruiken heet ‘Discovery Bible Study (DBS)’, waarbij alle aanwezigen iets kunnen opmerken over het bijbelverhaal zodat iedereen iets leert. Meer over DBS kunt u hier lezen. Het is ook te gebruiken in westerse context.

Met het team zijn we erg nieuwsgierig naar wat er de komende maanden gebeuren gaat. Meerdere eilanders hebben interesse getoond in het evangelie. De teamleden zijn begonnen met het delen van hun geloofsverhaal met hun buren en maken vorderingen met het vertalen van een verhalenset van 15 belangrijke bijbelverhalen, die gebruikt kunnen gaan worden in bovengenoemde bijbelstudiebijeenkomsten. De spreekwoordelijke lente hangt in de lucht!

We hebben veel geleerd over hoe TIMO-teams werken, over de dynamiek binnen een team en de uitdagingen en de vreugde van het deel uitmaken van een team. Maar we hebben ook ons licht opgestoken over meer praktische zaken: hoe zorg je voor schoon water voor je gezin; hoe houd je mieren, ratten en ander ongedierte op afstand en wat kun je doen om tegemoet te komen aan de nieuwsgierigheid van je buren en ook de eigen behoefte aan privacy?

Tenslotte hebben we natuurlijk ook ontzettend genoten van het leven op het eiland: de kinderen namen bijna dagelijks een duik in de oceaan; we hebben prachtige schelpen gevonden; genoten van nieuwe vriendschappen en gesmuld van de vis die ons meermalen cadeau werd gedaan. We waren er echt even uit.

Verslag eerste weken

Verslag eerste weken

ABO (Africa Based Orientation)
Na een 8 uur durende vlucht kwamen we op zaterdag 10 oktober even na 8 uur ’s avonds veilig aan in Nairobi. Na aankomst hebben we 3 nachten gelogeerd in het gastenhuis van AIM in Nairobi om vervolgens op dinsdag 13 oktober door te reizen naar Nakuru voor de conferentie.

We waren niet alleen! Totaal 22 volwassen en 28 kinderen—allemaal bereid om de Heer te dienen op heel verschillende plaatsen. Om de foto rechts beter te bekijken kunt u er op klikken. We hebben de eerste week stilgestaan bij de Afrikaanse cultuur en waarden. Een en ander werd gepresenteerd door een Afrikaan die jaren in Engeland heeft gewoond en zodoende ook de westerse cultuur en waarden begrijpt. Het was ook erg goed om te praten met de andere zendelingen waarvan sommige al meerdere maanden of jaren op het zendingsveld aanwezig waren. We hebben veel van elkaar geleerd.

Andere onderwerpen die aan bod kwamen waren het Afrikaanse wereldbeeld, veiligheid en gezond leven… Wat te doen als je gebeten wordt door een slang of wat zijn de symptomen van bepaalde parasieten. De laatste week hadden we het over hoe je als zendeling werkelijk verschil kunt maken en verdiepten we ons in wereldreligies.

Bezoek lokale kerk
De drie zondagen werden benut om plaatselijke kerken te bezoeken. Wij waren ingedeeld in een kleine AIC (Africa Inland Church). De eerste zondag hebben we ons voorgesteld en heeft Jurgen kort verteld hoe hij tot geloof is gekomen. Onze namen zijn minder makkelijk uit te spreken dus werd Jurgen al snel ‘babba Isaiah’ en Katja ‘mamma Isaiah’ (naar onze oudste zoon Issa, wat Swahili is voor Jesaja) genoemd. Gasten, met name mzungus (witte man), komen er niet zo makkelijk vanaf. Jurgen moest de week er op maar even de woordverkondiging doen en Katja had vast wel ideeën voor de zondagsschool.

Na de kerkdiensten werden we uitgenodigd om bij iemand thuis te eten. Dat was een hele ervaring. Onze handen werden door de gastvrouw gewassen en daarna werd het eten opgediend. Wat ons opviel was dat men trots was op hun bezitting en dat ze geen enkel probleem hadden met het fotograferen daarvan. De laatste zondag werden we uitgenodigd bij één van de ouderlingen thuis. Dit was wat verder weg dus mochten we de auto van de voorganger lenen. Of Jurgen die wilde besturen… Geen stuurbekrachtiging, geen handrem, remblokken zo goed als versleten, koppeling… euh, gewoon een beetje harder duwen. En dan de weg! Wauw, autocross trajecten zijn er niets bij. Maar goed, ze wilde ons de wandeling besparen want dat zijn mzungus niet gewend. De andere leiders van de kerk kwamen 40 minuten later aan met de boodschap dat de wandeling goed voor hen was. De terugweg bestuurde de voorganger de auto zelf. Zijn kinderen reden ook gelijk mee. Tien mensen passen toch makkelijk in zo’n auto? In Afrika wel.

Hoe vonden de kinderen het?
Vanya had het erg naar haar zin. Zo verteld ze dat ze allerlei knutsletjes maakte met betrekking op de Afrikaanse culturen. Ook vond ze het interessant om te leren wat ze wel en wat ze niet moeten doen. Zo is het in de Afrikaanse cultuur niet gebruikelijk dat kinderen de oudere mensen recht aankijken. Ook het zomaar aanspreken van een oudere is niet gebruikelijk. Vanya zegt dat ze blij is om dat al vast maar te weten.

Issa: ‘Er was een heel leuke speeltuin en het eten was lekker. Ik heb ook nieuwe vrienden gemaakt. We hebben geleerd over 14 verschillende dieren en landen.’

Abbey: ‘Ik vond het leren over andere landen leuk. Ook het doen van projecten was leuk. De tussendoortjes waren lekker en we deden ook spelletjes.’

Dani: ‘Juf heeft een boekje gegeven en dat was alles van ABO.’

Siemen: ‘…. ‘

Antananarivo (Tana), Madagaskar
Op vrijdag 6 november zijn we doorgereisd naar onze bestemming Tana, Madagaskar. We hebben het hier goed en gaan morgen even een wandeling maken over de plaatselijke markt. De kinderen genieten van het spelen met hun nieuwe vriendjes.

We proberen zo nu en dan te filmen. Als de elektriciteit en het internet het toestaan zullen we de filmpjes uploaden zodat u het kunt bekijken op onze multimedia pagina.

Taalstudie en introductie
We doen ons best om het Malagasy te leren. Dat gaat nog niet zomaar. Hoewel ik (Jurgen) geen Frans gehad heb op school kan ik toch aardig volgen wat Katja zegt. Dit komt omdat we overeenkomsten hebben in taal. Deze overeenkomsten heeft het Malagasy niet. Geen enkel kapstok om bepaalde woorden of zinnen aan op te hangen en geen enkele overeenkomst met de westerse grammatica. We doen gewoon ons best en dat loont want sommige woorden en zinnen lukken al een beetje. Woorden zoals ‘goede dag’ (manao hoana), ‘goede dag’ , ‘sorry’ (azafat) en ‘bedankt’ (misaotra anao). Zinnetjes als ‘mijn naam is…’, ‘wat is jou naam?’ en ‘hoe gaat het met je?’, enzovoorts. We vinden het leuk om de nieuwe taal de oefenen en spreken maar het is wel vermoeiend.

Als het goed is komt Anna Jarmy (interim leidster AIM Madagaskar) deze week bij ons langs om een programma met ons op te zetten. Het overgrote deel zal bestaan aan structurele taaloefeningen. We gaan kijken of we een taalhelper kunnen krijgen zodat het één en ander wat sneller gaat. Anna wil ook nog kijken of we een paar dagen bij een Malagasy gezin kunnen verblijven. Dit zodat we de cultuur en het gezinsleven beter gaan begrijpen. Anna heeft al wel gezegd dat het nog niet zo eenvoudig is om een gezin te vinden die zeven mensen kan bergen… We wachten het af.

Visa
We zijn nu vooral bezig om ons tijdelijke visum om te zetten naar een werkvisum. Dit is nog niet zo eenvoudig. We spreken nog geen Malagasy, en Frans wordt moeilijk begrepen (terwijl men dit toch op school geleerd zou hebben). Gelukkig kunnen we hulp krijgen van Parany. Deze man werkt op het AIM kantoor en spreekt aardig Engels. Toch proberen we zoveel mogelijk zelf te doen… Dat is leuk en het helpt bij het ‘inburgeren’. Alleen al de wandeling naar de diverse kantoortjes is een belevenis. De Malagsy begroeten in eerste instantie met ‘bonjour’ maar zijn blij verrast als ze dan in ene ‘Manao Hoana’ of ‘Salama’ te horen krijgen! Nadat al het voorbereidende werk gedaan is geven we de rest van de aanvraag uit handen. Roland is een man die de visa meestal regelt. Hij staat goed bekend bij de grotere kantoren en wordt niet snel van het kasje naar de muur gestuurd.

Eten
Eten kopen is ook leuk. Heerlijke mango’s voor maar € 0,08 per stuk en stokbrood voor maar € 0,11. Er is van alles te koop in de kraampjes. Van de week hadden we 1 kilo tomaten, 1 kilo wortels en zo’n 400 gram sperziebonen voor maar 2400 Ariary (€ 0,67). Andere dingen zijn weer moeilijker te verkrijgen. Volkorenbrood of andere volkoren producten kunnen alleen in de supermarkt gekocht worden. Daar betaal je dan ook gelijk een stuk meer voor.

Andere cultuur!
Dat we in een andere cultuur zijn aanbeland is wel duidelijk. We hebben al twee keer spontaan bezoek gehad. Dat betekend dat je alles even neerlegt en koffie gaat maken. Koekjes erbij en kletsen maar. Dat laatste is natuurlijk minder eenvoudig maar doordat we de simpele regels van de cultuur volgen brengen we het er toch goed vanaf. De schaal met koekjes staat op tafel en nadat we de gasten eerst aanbieden nemen we zelf. Natuurlijk moeten de koekjes wel op! Iets dat de kinderen niet erg vinden. Later in de week gingen Vanya en Jurgen op bezoek. Er stonden zes glazen op tafel dus waar waren de andere gezinsleden? Na uitgelegd te hebben dat Katja en de andere kinderen wel heel moe waren en dat Jurgen daarom besloten had om alleen de oudste mee te nemen was er een algemene instemming en opluchting. Instemming omdat Jurgen de oudste (Vanya) als vertegenwoordiger had meegenomen en opluchting omdat het dus niet aan de gastheer lag. Op Madagaskar is, in tegenstelling tot Kenia, het oudste kind belangrijk. Werden we in Kenya ‘vader of moeder van Issa’ genoemd, hier worden we ‘dadda/mamma nie Vanya’ (vader of moeder van Vanya) genoemd.

Als u wilt weten wat nu de grootste verschillen zijn in cultuur dan kunnen we u Sarah A. Lanier’s boekje, ‘Foreign to Familiar’ (te verkrijgen via o.a. Amazon) aanraden. Sarah heeft elf jaar in Nederland gewoond en kan daardoor heel goed uitleggen, met Nederland als prima contrast, wat de verschillen zijn vergeleken met warmere landen.

Het is leuk om alles dat we geleerd hebben over culturen nu ook écht te zien gebeuren. Tegelijkertijd zijn we aan het eind van de dag vreselijk moe. Het einde van de dag is hier rond 18:00, dan is het donker en het wordt ’s ochtends om 05:20 weer licht. Ons ritme is dus veranderd. We staan rond 06:00 op en gaan rond 20:30/21:00 naar bed.

We zouden nog veel meer kunnen vertellen maar dat bewaren we voor een volgende keer.

We wensen u Gods rijke zegen toe of wel ‘Andriamanitra ny fitahian’.

Andere startlocatie

Andere startlocatie

De afgelopen maand is een enerverende geweest voor ons. We kregen te horen dat bij nader inzien het team in Betroka voorlopig geen nieuwe zendelingen kan opnemen. Dat was een harde klap voor ons. We hebben begrepen dat de teamleiders gevoelen dat zij op het moment geen voldoende begeleiding kunnen geven aan nieuwkomers, omdat de huidige teamleden en de situatie ter plekke al veel van hen vragen. Dit was een grote teleurstelling voor ons.

Gelukkig is er een oplossing gevonden die ons op het lijf lijkt geschreven. De AIM leiding die het werk op Madagaskar overziet, heeft ons aangeboden eerst naar de hoofdstad, Antananarivo (Tana) te komen. Daar gaan we deel uitmaken van een team dat plaatselijke christenen opleidt tot zendelingen onder onbereikte bevolkingsgroepen op Malagassische bodem. Onderwijl gaan we de taal leren, ons verdiepen in de cultuur en in de visie en strategieën van AIM Madagaskar.

Er zijn nog veel onbereikte bevolkingsgroepen op Madagaskar, vooral in het zuiden waar ook de Bara wonen. AIM is bezig deze bevolkingsgroepen in kaart te brengen en te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om hen te bereiken. De bedoeling is dat wij vanuit de hoofdstad ook verschillende reizen gaan maken naar onbereikte bevolkingsgroepen om hierbij te helpen. Zo de Heer wil worden wij vervolgens betrokken bij het opzetten van een nieuw team onder een onbereikte bevolkingsgroep.

Het vooruitzicht betrokken te mogen zijn bij de opleiding van plaatselijke christenen tot zendelingen en op termijn – zo mogelijk – bij het opzetten van een nieuw team onder een onbereikte bevolkingsgroep vervult ons met dankbaarheid. Wij zien verwachtingsvol uit naar het dienen op Madagaskar.

De wens is geuit dat wij in januari 2015 aansluiten bij het team in Tana. Het is dan ook erg belangrijk dat we op korte termijn voldoende financiële supporters hebben. Wilt u helpen dit mogelijk te maken? Hartelijk dank daarvoor.